Hartje, prinsesje, lieve schattebout

Mijn favoriete boek aller tijden is ‘Je bent mijn lieve schattebout!’ van Carl Norac en Claude K. Dubois. Ik kreeg het van mijn ouders op mijn 6de verjaardag. Ik kon net lezen en mijn mama vond dit zelf ook een prachtig boekje.

Het verhaal gaat over Lola, een vrolijke hamster. Een klasgenootje Lisa hoorde toevallig hoe Lola’s moeder ‘Schattebout’ tegen Lola zei. Lisa en haar vriendjes lachen Lola daarom uit. Plots wordt de altijd zo vrolijke Lola heel verdrietig. Ze gaat op onderzoek uit en vraagt aan anderen wat hun koosnaam vroeger was. De politieagent noemden ze vroeger ‘Kleine boef’, de bakker noemde ze ‘Lekker kadetje’, een moeder noemt haar kind ‘M’n engeltje’, … Door al deze koosnaampjes te horen voelt Lola zich terug vrolijk. Iedereen heeft tenslotte een koosnaampje. Op weg naar huis komt ze Lisa en haar vrienden terug tegen en opnieuw wordt ze heel droevig. Eenmaal thuis zegt ze tegen haar ouders dat ze geen koosnaampje meer wilt. Tot haar papa ‘Schattebout’ zegt. Lola is meteen weer verkocht en omhelst haar papa. De volgende dag komt Lisa zich excuseren. Eigenlijk was ze alleen maar jaloers omdat zij zelf geen koosnaampje heeft. Lola vergeeft haar en ze worden vriendinnen.

Dit boekje kan je in allerlei thema’s zoals pesten, vriendschap, ouders, schaamte, liefde, … integreren. Het is zeker de moeite waard op het eens te lezen en de illustraties te bekijken.

Referentie: Norac, C. & Dubois, C. (1999). Je bent mijn lieve schattebout! Bloemendaal: Uitgeverij J.H. Gottmer/H.J.W. Becht BV.

AVI-weet-ik-veel

Dit artikel vond ik terug op de Facebookpagina ‘Taal en Onderwijs’. Aangezien ‘AVI’ tot het leerstofpakket van de volgende examenperiode behoort, trok dit artikel meteen mijn aandacht.

Het is een artikel over een boeiend praktijkvoorbeeld. Het gaat over Harris, een negenjarig kind van Bosnische afkomst. Hij is nog niet zo sterk in lezen en hij wordt daarom begeleid door een leesmoeder. Op een dag leest zij een stukje voor uit een boek over Harry Potter en Harris komt dol enthousiast terug de klas in.

‘En wat wil je nu gaan doen?’ vroeg ik. ‘Ik weet het niet’, zei hij. ‘Zou je graag zélf in Harry Potter lezen?’ ‘Maar dat is meer dan Avi 9…’, antwoord hij achthes. ‘Maar het is niet verboden, hoor!’

De klasleerkracht laat Harris lezen tijdens de lesuren. Steeds meer leerlingen in de klas willen het boek ook lezen.

Voor het boek over Harry Potter staat er in het logboek van zijn leesmoeder dat hij niet begrijpt wat hij leest en dat hij bladzijden overslaat. Na het boek over Harry Potter staat er in het logboek van zijn leesmoeder dat hij heel enthousiast is en netjes werkt.

Het negeren van het AVI-niveau opende voor deze leerlingen de deuren naar het leesparadijs!

Klik hier voor het volledige artikel.

van Herpen, M. (2016). “Avi-weet-ik-veel” werd wegdromen in een wereld die niet bestaat. Geraadpleegd op 30/05/2016 via http://hetkind.org/2016/05/26/uit-de-praktijk-een-kwestie-van-toveren/

B-O-E-M

Ken jij Leo Timmers? Nee? Ja? Vast en zeker wel!

Leo Timmers schrijft en illustreert prachtige kinderboeken zoals ‘Garage Gust’, ‘Meneer René’, ‘Franky’, ‘Broem’, ‘Wie rijdt’, ‘Diepzeedokter Diederik’, ‘Wij samen op stap’, … De lijst is gewoon eindeloos en het is zeker de moeite om één van zijn boeken te bekijken.

Mijn favoriete illustraties vind je terug in het boek ‘Boem’. De prenten zijn tot in het kleinste detail uitgewerkt en zijn bovendien bijzonder kleurrijk. Als ik er voldoende geld voor had, zou ik al zijn boeken kopen. Gelukkig is de bibliotheek een goedkoop alternatief.

In het boek ‘Boem’ komt amper tekst voor. Vooral het woord ‘boem’ vind je veel terug en dat staat telkens voor een botsing tussen twee voertuigen. De personages uit het boek zijn uitsluitend dieren.

Meer illustraties en informatie vind je terug op zijn  website.

Referentie: Timmers, L. (2011). Boem. Amsterdam: Querido.

Roodkapje 2.0

Tijdens mijn stage in het zesde leerjaar gaf ik een les boekpromotie rond Roodkapje.

Ik begon de les met een herhaling van het sprookje Roodkapje. Ik begon zelf met de eerst zin en liet de leerlingen daarna telkens met één zin aanvullen. Zo kwamen we tot het verhaal dat de meest onder ons kennen. Ik vroeg ook of er leerlingen waren die een andere versie kenden, want die bestaan.

Als volgende activiteit hield ik een stellingenspel over Roodkapje. De leerlingen konden stemmen met groene of rode kaartjes. Uit de stemming bleek dat vele leerling, en dan vooral de jongens, het een saai verhaal vinden.

Ik daagde de leerlingen uit om een modernere, coolere en spannendere versie van Roodkapje te schrijven. De leerlingen mochten dit in zelf gekozen groepjes doen van maximum 5 leerlingen. Ik zette de leerlingen op weg door ze het begin van een brainstorm aan te bieden waarop de vragen; ‘wie?’, ‘waar?’, ‘redder?’, ‘einde?’, … stonden.

Om de les af te sluiten las ik voor uit het boek ‘Meisje in het rood’ van Aaron Frinsch. Dit is een moderne versie van Roodkapje waar het meisje in het rood vooral geconfronteerd wordt met de gevaren en het vuile in een wereldstad.

De resultaten van de leerlingen waren best wel goed. Ook over het boek ‘Meisje in het rood’ waren ze enthousiast. Plots leek Roodkapje niet meer saai.

Referentie: Frisch, A. (2015). Meisje in het Rood. Hasselt: Clavis Uitgeverij.

Lestips vind je op de website van de Jeugdboekenweek 2016.

Dee tee

Deze zomer onderzocht Knack waarom we spelfouten maken. De meest ‘erge’ en dan ook meteen de meest gemaakte fout is de dt-fout.

Voor het maken van dt-fouten staat in het artikel de volgende verklaring: werkwoorden als betalen kan je vervoegen als betaalt, maar ook als betaald. Dit is natuurlijk afhankelijk van de te vervoegen tijd en het onderwerp. Omdat we ‘betaald’ het meest tegenkomen in het dagelijks gebruik, wordt het gezien als dominant.  Zo wordt ‘betaalt’ de niet-dominante vorm. Omdat de twee vervoegingen hetzelfde klinken, gebruiken veel mensen zonder nadenken de dominante vorm. Hierdoor worden dt-fouten gemaakt.

Natuurlijk is dit niet de enige oorzaak. Vaak gebeurt het maken van dt-fouten in een combinatie van nonchalance, een gebrek aan tijd en een gebrek aan training. Het is ook bewezen dat hoe verder het werkwoord van het onderwerp staat in een zin, hoe meer fouten in het vervoegen worden gemaakt.

Wij als (toekomstige) leerkrachten moeten er dus voor zorgen dat de leerlingen niet nonchalant te werk gaan en dat ze goed weten hoe de spellingsregels in elkaar zitten. Leerlingen moeten ook begrijpen dat het beter is om een langere periode te werken aan een taak zonder fouten als een kortere periode te werken aan een taak met fouten.

http://www.knack.be/nieuws/wetenschap/mysterie-van-de-dag-waarom-maken-we-spelfouten/article-normal-560761.html

قراءة للطلاب الجدد

= voorlezen aan nieuwe leerlingen

Afgelopen jaar kwamen er heel wat vluchtelingen naar ons land. Mannen, vrouwen, bejaarden, kinderen, baby’s, gevlucht voor de oorlog, krijgen hier het label ‘vluchteling’. Al had het label ‘mens’ ook gekund. Tussen de vluchtelingen zitten ook heel wat kinderen. Deze kinderen hebben een korte periode of nooit naar school geweest. Aangezien die kinderen nu in ons land zijn, mogen ze ook naar onze scholen komen. Enige bron van problemen is het verschil in taal.

Hiervoor heeft de Sint-Salvatorschool te Gent een oplossing. Nieuwe leerlingen die nog geen Nederlands spreken komen naar de onthaalklas. Hier komen moeders voorlezen in de moedertaal van de leerlingen. Hierdoor vervult men een belangrijk doel, namelijk dat de leerlingen zich VEILIG voelen in de klas. Door tijdens het voorlezen ook te verwijzen naar het Nederlands, leggen de leerlingen verbanden tussen de talen.

Met lezen kan je dus heel wat bereiken. Nieuwe leerlingen die een oorlogsgebied ontvlucht zijn een veilig gevoel geven, lijkt voor mij prioritair.

Juf Marijke leest voor

https://www.klasse.be/32273/meertalig-voorlezen-versterkt-de-band-met-je-leerlingen/

Kaketoe

Ik wil graag een fantastisch boek aan je voorstellen. Ik kocht het boek zelf in september omdat ik er zeker van was dat ik het vaak kon gebruiken tijdens het lesgeven.

Het boek ‘Geluk voor kinderen’ is geschreven door Leo Bormans. De prachtige illustraties zijn gemaakt door Sebastiaan Van Doninck.

In het boek komen 10 levenslessen aan de hand van verhalen over vogels aan bod die kinderen, maar ook volwassenen, helpen om gelukkig te zijn. Bij elk verhaal staan een aantal vragen die de leerlingen moeten beantwoorden over de tekst. Er zijn ook vragen naar de dieperliggende betekenis van het verhaal. Verder staat er ook nog de uitleg die je na het verhaal kan geven, extra informatie over bijvoorbeeld de kaketoe en enkele doe-opdrachten.

  • Doelen: Sporo
  • Relaties: Kaketoe
  • Openheid en zingeving: Alba
  • Opmerken en waarderen: Kagoe
  • Mezelf zijn: Dipper
  • Geven: Hokko
  • Emoties: Mingo
  • Lichaam gezond: Nandoe
  • Uitproberen: Kea
  • Kracht: Branta

–> DROOM GELUK

Ik heb het verhaal ‘Kaketoe’ gebruikt tijdens mijn stage omdat er twee dagen na elkaar ruzie was tussen enkele leerlingen van de klas. Ik las het verhaal voor en toonde de prachtige prenten.  Ik denk dat de leerlingen er echt van genoten. Na het voorlezen, stelde ik de vragen die in het boek stonden. Ik vertelde de uitleg over ‘relaties: jezelf verbinden met andere mensen’ met mijn eigen woorden. Ik benadrukte daarbij dat de leerlingen geen ruzie meer mochten maken. Ik had toch de indruk dat het verhaal effect heeft gehad. Hopelijk kan dit boek jullie ook helpen!

Dierlijke uitdrukkingen

Deze ochtend stond mijn autoradio aan terwijl ik naar school reed. Normaal vind ik de reclamespotjes heel vervelend, maar deze ochtend hoorde ik er eentje dat me wel aansprak. Ik vond het best een grappig spotje.

Het is een spotje van Maxi Zoo, een dierenspeciaalzaak. In het spotje komen heel wat spreekwoorden voor met dieren. Maar de dieren zelf zijn vervangen door de geluiden die ze maken. Enkele voorbeelden van spreekwoorden uit het spotje zijn: “Vooruit met de geit.”, “Twee vliegen in één klap.”, “Ergens als de kippen bij zijn.”

Het spreekwoord ‘Twee vliegen in één klap’ betekent: “Twee problemen tegelijk oplossen.”

In het onderstaande filmpje kan je de spreekwoorden eens beluisteren.

Lees verder

Suizen? Bedoel je huizen?

Ik las het woord ‘suizen’ in een digitaal krantenartikel dat dateert van 15 oktober 2015. Het artikel met bijhorend filmpje ging over een Samoerai die met zijn zwaard, of ook wel katana genoemd, een honkbal die met een snelheid van 160 km/u naar hem komt, splijt. Ik vind het al spectaculair dat een honkbal zo een snelheid kan halen. Het splijten van die bal slaat voor mij alle verbeelding.

Als ik het woord ‘suizen’ opzoek in het woordenboek, vind ik de verklaring: “Een zacht blazend geluid maken”. Ik kon de verklaring ook wel al deels afleiden uit de context. De zin waarin het werkwoord voorkomt, gaat als volgt:”Zwaardmeester Isao Machii is erin geslaagd met zijn katana een honkbal te raken die met 160 kilometer per uur naar hem suisde.”

Bekijk ook zeker het bijhorende filmpje. Het filmpje is op een vrij amateuristische manier gemaakt, dus het suizen zelf is niet goed hoorbaar. Toch heeft het filmpje de nodige indruk op mij gemaakt om het woord ‘suizen’ voor altijd te onthouden.

Samoerai splijt honkbal