Podcast Leesplezier

Nederlandse kinderen lezen steeds minder. In deze podcast vertellen Marieke Deinum en Marja van den Hurk over het belang van lezen en het beluisteren van verhalen voor de brede ontwikkeling van kinderen én volwassenen. Ook vertellen ze over hoe je lezen aantrekkelijk kunt maken binnen je klas of school.

De vergelijking wordt gemaakt tussen het leesplezier in de lagere school en het secundair onderwijs. Ook bespreken Marieke en Marja de gekende voordelen van lezen én de gevolgen van niet voldoende lezen.

Bron: https://janjaaphubeek.nl/2020/02/18/55-leesplezier/

Als reactie op die ‘Onmogelijke opdracht’

Zoals Veerleke78 al aangaf is de blogopdracht voor de illustraties eigenlijk onbegonnen werk. Er zijn honderden, zo niet duizenden, leuke prenten- en leesboeken met prachtige illustraties.

Ik heb toch een favoriet, eentje die ik hier op de blog al eerder vernoemd heb, namelijk ‘Armstrong: de avontuurlijke reis van een muis naar de maan.’

De illustraties zijn in de eerste plaats gewoon prachtig getekend met een professioneel oog voor detail. De gebruikte kleuren zijn nu eens heel licht, dan weer donker of erg levendig, afhankelijk van de setting. Ze geven ook perfect de sfeer weer: verwondering, onderzoekend, verward, bedreigd.

De tekeningen beslaan altijd beide bladzijden, al dan niet met tekst. De tekst, die erg mooi geschreven is en een spannend verhaal weergeeft, is eigenlijk zelfs niet nodig. Mijn zoontje van 5 kan dit verhaal helemaal zelf vertellen zonder dat hij kan lezen. Wanneer je het boek op deze manier zou gebruiken, biedt het dus de mogelijkheid om voor iedere lezer een ander verhaal te creëren.

Hieronder enkele illustraties om jullie warm te maken. Het lukt me jammer genoeg niet om afbeeldingen toe te voegen. Ik had jullie graag alle prenten bezorgd. Als tussenoplossing enkele tekeningen die ik op het internet vond:

De medemuizen van Armstrong die ervan overtuigd zijn dat de maan niet anders kan bestaan dan uit kaas.
Armstrong die zijn ogen te kost geeft in het Smitsonian.
Armstrong experimenteel aan de slag met het ontwerpen van zijn ruimtepak…
en zijn raket.

Armstrong: de avontuurlijke reis van een muis naar de maan

Dit verhaal neemt je mee met Armstrong, een pientere muis die verder durft denken en dromen dan zijn medemuizen. Armstrong is gefascineerd door de ruimte en zijn grote droom is zelf ook naar de ruimte, het liefst de maan, te kunnen reizen.

Met behulp van tips die hij van een oude geleerde muis krijgt, lukt het hem een raket en ruimtepak te ontwerpen. Zijn onderzoek blijft echter niet onopgemerkt door de mensen, wat zijn missie al gauw in gevaar brengt.

Zelf vind ik dit een prachtig boek. Ik heb het dan ook voor privégebruik aangeschaft. Regelmatig lees ik eruit voor aan mijn vierjarig zoontje. Het op zich al erg boeiend verhaal wordt ook nog eens visueel sterk ondersteund met prachtige tekeningen.

Tijdens mijn stage heb ik dit boek gebruikt tijdens een les Nederlands rond luisteren en spreken. Ik las de eerste pagina’s voor aan de klas. De voorleesmomenten onderbrak ik om vragen te stellen over de inhoud aan de leerlingen. Dit waren niet de klassieke ‘Wie is Armstrong?’ of ‘Welke kleur had de kaas?’. Ik probeerde de leerlingen verder te doen nadenken over wat ze gehoord hadden. Zaken die niet letterlijk verteld werden maar die een goede luisteraar toch kon ontdekken. Hieronder een greep uit de vragen:

  • Wat heeft Armstrong allemaal nodig om naar de maan te kunnen gaan denken jullie? (raket/ ruimtepak/ ..).
  • Met wat zou jij dat maken, als je een muis zou zijn? Met welke materialen? (kaas/ stukjes wol/ drinkflesjes/ ..).
  • Wat zou hij gebruiken om zich zo hard van de aarde af te zetten dat hij de lucht inschiet, helemaal tot aan de maan? (Leerlingen antwoorden volgens eigen fantasie).
  • Waarom opletten voor de mensen? Waarom zouden ze de muis in de gaten houden? (Hij steelt dingen om zijn raket te bouwen./ Hij heeft de zolder in brand gestoken./ Ze hebben hem misschien zien vliegen./ ..).

Ik lette ook op de iets moeilijkere woorden in het boek. Zoals bijvoorbeeld ‘een telescoop’. In plaats van dit zelf direct te verduidelijken liet ik de leerlingen eerst zelf proberen dit te verwoorden.

Tijdens het lezen had ik ook een PowerPoint met enkele ondersteunende prenten om de fantasie nog meer te prikkelen.

Een paar leerlingen hadden me tijdens de stage verteld dat zij niet graag lazen. Dit ging als een mes door mijn hart aangezien ik zelf een fervent lezer ben sinds het moment dat ik kon lezen. Daar wou ik dus graag iets aan doen! Doel van deze les was onder andere deze leerlingen mee te nemen in het verhaal, hen zo te prikkelen en hen ertoe aanzetten de rest van het verhaal zelf te lezen.

Die opzet is gelukt want de leerlingen hebben in de dagen nadien gevochten om het boek te mogen lenen en lezen. De leerlingen die vooraf aangaven niet graag te lezen stonden daarbij vooraan in de rij.

Kuhlmann T. (2016). Armstrong. De avontuurlijke reis van een muis naar de maan. (4de druk; 2019). Rijswijk: De Vier Windstreken.

“Oh juf, ik vind lezen maar stom”

Dat zei een leerling me tijdens mijn stage. Begint heel mijn lichaam daar natuurlijk fysiek op te reageren: ik krijg het warm en koud, mijn hart begint te bloeden, het suist in mijn oren. En mijn meest mentale reactie is “Ocharme, wat mist dit kind veel! Ik moet hem helpen!”

Hoe doe je dat dan, zo’n boekpromotie? Naar mijn ervaring is expressief voorlezen een eerste trigger. Als jij als leerkracht je hart en ziel legt in het verhaal dat je voorleest, heb je kinderen sowieso mee. Het zaadje is geplant.

Ik had geluk dat de stage in het vijfde leerjaar voor een stuk samenviel met de Jeugboekenmaand. Hoe dankbaar was ik!

Tijdens een onthaalmoment besprak ik met de leerlingen de affiche van ‘Iedereen leest’. Even opfrissen wat de organisatie is, wat ze doen en waar we hen jaarlijks van kennen.
Vervolgens liet ik elke leerling hun favoriete held of schurk op een blaadje papier schrijven. Ik had gedacht vooral helden te zien verschijnen, maar bleek dat de schurken ook goed vertegenwoordigd waren. De leerlingen mochten hun keuze kort toelichten.

Nadien liet ik enkele stellingen over helden en schurken zien (bv. ‘De belangrijkste eigenschap van een held is dapperheid.’, ‘Iedereen kan in een held veranderen.’, …). De leerlingen staken hun hand op bij akkoord en beargumenteerden hun reactie. Dit gaf al onmiddellijk interessante gespreksstof.

Als afsluiter verdeelde ik samen met de leerlingen een aantal titels in 4 categorieën.

In de daaropvolgende dagen las ik elke dag een stukje voor uit een boek uit 1 van die categorieën waarbij ik inhoudelijke vragen stelde en kleine opdrachten liet uitvoeren.

Doel van deze momenten was om de leerlingen te prikkelen, hun interesse op te wekken en hen aan te zetten tot het zelfstandig lezen van de aangeboden boeken. En het werkte! De eerste leerling die me om de titel van een voorgelezen boek kwam vragen was net die leerling die me de week ervoor had gezegd dat hij niet graag las.

Zalf op mijn ‘boekenliefhebbend’ hart!

Voorgelezen boeken:

Brooks, B. (2019). Verhalen over kinderen die anders durven te zijn. Utrecht: Veltman Uitgevers.

Ferrier, J. (2010). Het grote Anansi boek. Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij.

Meggit-Phillipes, J. (2020). Bethany en het beest (2de druk). Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij.

Rundell, K. (2019). De goede dieven (2de druk). Amsterdam: uitgeverij Luitingh-Sijthoff bv.

Stilte: inspiratie op vele gebieden

Stilte 

Met mijn vader aan de waterkant, 
ik, een boek, 
hij, een lijn 
in de hand. 

We zwegen samen, 
aten onze boterhammen. 
De zon wandelde 
rond het wegkabbelende meer. 

Mijn vader ving 
één klein visje 
maar gooide het 
even later 
weer in ’t water. 

Het hoorde daar 
en wij 
bij elkaar. 

Wille, R. Als de koeien bloeien. Averbode: Altiora Averbode. 

Dit gedicht komt uit de gedichtenbundel ‘Als de koeien bloeien’ van Riet Wille.

Het doet me denken aan die paar keren dat ik met mijn opa (opa en niet papa) ging vissen in Hombeek. Mijn opa deed dat wekelijks en op een mooie zomerdag vroeg hij eindelijk of ik eens mee mocht.

Zelf kreeg ik ook een vislijn in de handen gedrukt. Ik mocht (moest) het aas eraan hangen, de dobber IN STILTE in het oog houden en binnenhalen wanneer de dobber onder de wateroppervlakte verdween. Dat was de eerste keer dat ik met hem meeging. Op latere momenten mocht ik mijn boek meenemen zodat ik, net als het personage in het gedicht, ‘met mijn boek in de hand’ naast opa zat.

Het waren zalige momenten van pure rust en stilte.

Ik zie veel toepassingsmogelijkheden voor dit gedicht in de klas: in een les godsdienst rond ‘Stilte’ bijvoorbeeld. Bespreek met de leerlingen op welke momenten zij stilte ervaren. Misschien is dit wel op een net erg rumoerige plek.

Je zou er ook een volledige schrijfles rond kunnen maken. De leerlingen zouden de opdracht kunnen krijgen een alledaagse activiteit om te zetten in een gedicht. Gedichten hoeven niet te rijmen, dus zelfs de minder creatieve leerlingen zouden hiermee aan de slag kunnen. Enkele voorbeelden van alledaagse activiteiten zou je kunnen aanreiken om hen te helpen starten (bijvoorbeeld ‘Ik ga naar de bakker.’).

Karrewiet

Ik weet het, het is alom bekend en wordt al vaak in klassen ingezet. Net daarom vind ik dat Karrewiet hier wel een plaatsje verdient.

Naast het klassieke intermezzo tijdens de lunchpauze in de modern geïsoleerde coronaklassen kan je de website ook gebruiken voor tal van andere taalopdrachten. Laat de leerlingen één van de reportages bekijken en zet hen er vervolgens mee aan het werk. Dit zou een schrijfopdracht kunnen zijn, maar evengoed een luisteropdracht. Of waarom hier geen muzische activiteit aan koppelen?

De website is ook een bron van informatie wanneer je op zoek bent naar filmpjes voor bepaalde wero-thema’s. Deze filmpjes zijn op maat van de leerlingen, in verstaanbare taal die toch ook af en toe uitdaagt.

De Nederlandse tegenhanger schooltv.nl wil ik ook wel even vermelden. Zelfde argumenten als hierboven, alleen spijtig dat niet alle filmpjes te bekijken zijn vanuit het buitenland.

Mijn boodschap: herontdek Karrewiet!

Tevreden

Eén van de mooiste woorden in het Nederlands moet wel het woord ‘tevreden’ zijn. Dit om meer dan één reden.

Een eerste is de betekenis op zich.
Tevreden: gelukkig, genoegen nemen met wat men heeft, geen wensen meer hebben, voldaan. Hoe mooi is dat? Compleet voldaan te zijn, genoegen kunnen nemen met wat je hebt in plaats van je wentelen in zelfbeklag over wat je niet hebt..?

Daarbij aansluitend het tweede argument: het is een woord dat je niet genoeg hoort.
Als je iemand vraagt hoe het met die persoon gaat, krijg je zelden een ‘tevreden’ als antwoord. We hebben als mens vaak de neiging om meer te klagen dan om te benoemen met wat we wel gelukkig, tevreden, zijn.

En ten derde: het is het enige woord waar ‘te’ in staat dat positief te noemen is.
Alle andere woorden of woordgroepen met ‘te’ in zijn aanduidingen van iets dat niet goed is. Te veel, te weinig, te goed, te slecht, … .

Hierbij een warme oproep aan jullie allemaal om te proberen wat vaker ‘tevreden’ te zijn. Je zal zien dat het positieve neveneffecten zal hebben.

Als jullie dus ooit nog eens iemand de oeroude Vlaamse wijsheid horen uitkramen, ‘Te is nooit goed.’, antwoord dan alstublieft ‘Behalve in tevreden.’

Krokodillentranen

Hoe uitspraken en uitdrukkingen voor verwarring kunnen zorgen bij kinderen: uit het leven gegrepen.

Onze zoon van 4,5 jaar heeft net iets mispeuterd en wordt hierop betrapt. Mijn man wijst hem terecht waarop de zoon begint te wenen. “Rowan, je weet dat wat je deed niet goed was, droog die krokodillentranen dus maar.”, zegt de papa. Waarop Rowan, nog steeds snikkend wegloopt en even later terugkomt met zijn knuffelkrokodil. “Papa, ik wou ze drogen maar ze waren al vanzelf weg.”

Krokodillentranen (huilen) is een uitdrukking die verwijst naar geveinsde tranen, tranen van gehuichelde smart of gespeeld berouw. Dit verwijst naar de (veronderstelde) huichelachtige tranen van een krokodil tijdens het opeten van een prooi. Bron: Wikipedia, geraadpleegd op 9/11/2021 via https://nl.wikipedia.org/wiki/Krokodillentranen