Wel of geen draak in dit verhaal? 2.0

Ik heb reeds vorig semester een blogbericht gemaakt over een boek dat ik vorig jaar in de stage gebruikt had. Dit jaar heb ik het boek opnieuw in mijn stage gebruikt om aan leesbevordering te doen. Aangezien het vorig jaar een groot succes in het tweede leerjaar was en ik nu opnieuw in het tweede leerjaar stond, dacht ik bij mezelf het boek opnieuw te gebruiken. Daarnaast paste het perfect in het weekthema ‘sprookjes’, waarbij de leerlingen al kennis gemaakt hadden met Draak de handpop. Hieronder vinden jullie het blogbericht over het boek nog eens terug. Opgelet! Vorig jaar duurde het exact 50 minuten de les, dit jaar duurde de les 40 minuten.

Vorig schooljaar had ik een zeer interessant boek in de bibliotheek van Nieuwerkerken gevonden. Het boek stond te pronken op een displaytafeltje bij de kinderboeken. Meteen was ik aangetrokken tot het boek door de kleurrijke illustraties van Deborah Allwright en de speciale titel van het boek. Het boek had als titel ‘Geen draak in dit verhaal’ en is geschreven door Lou Carter. Alleen stond er op de cover van het boek WEL een grote rode draak getekend, die een beetje boos kijkt. Is er dan toch een draak in dit verhaal en waarom kijkt de draak zo boos? Mijn nieuwsgierigheid werd direct geprikkeld en ik nam het boek mee naar huis.

Eenmaal thuis begon ik het boek direct te lezen. Ik vond het zo een interessant en leuk boek dat vele mogelijkheden had om te gebruiken in de klas. Het boek ging over Draak. (Er kwam dus wel degelijk een draak voor in het verhaal). In dat boek moest Draak de slechterik spelen die de prinses gevangenhield. Maar uiteindelijk kwam er natuurlijk een knappe prins om de prinses te redden van de enge grote draak. Alleen was er een probleem. Draak was er nijdig vandoor gegaan. Hij wou helemaal niet de slechterik zijn. Draak wil voor een keer eens de held zijn in een verhaal. Dus Draak gaat op zoek naar wie hij kan helpen. Hij gaat naar Hans en Grietje, Goudlokje, Roodkapje, … Maar niemand die hij kan helpen. Uiteindelijk komt Draak bij Jaap en zijn bonenstaak. Draak wil hem helpen om de reus weg te krijgen. Maar…ohoh. De reus grijpt Draak en Jaap in zijn grote hand en ze zitten vast. Draak heeft zich vergist hij wil helemaal geen held zijn. Hatchie! Plots niest de reus door een veertje van de gans van Jaap, dat in de lucht zat. De gans van Jaap was nog net op het nippertje uit de handen van de reus gevlucht. Maar oei, doordat de reus zo hard niesde heeft hij de zon uitgeblazen. Alle sprookjesfiguren in het bos roepen om hulp. Het peperkoekenmannetje roept Draak. ‘Draak’ zegt hij, ‘We hebben echt een held zoals jou nodig”. Draak durft in het begin niet, maar stilaan groeit zijn zelfvertrouwen en uiteindelijk blaast hij een grote vlam op de zon. De zon schijnt weer en dat allemaal dankzij Draak. Hoera, het is feest. Want Draak is nu een echte held.

Zoals jullie zien is dit een zeer controversieel verhaal. Dat is dan ook hetgeen dat mij boeide. In dit boek werd een draak als held voorgesteld en niet als slecht monster. Hierdoor kunnen kinderen kritischer gaan nadenken over bepaalde stereotypen. Daarnaast vind ik het ook fijn dat er andere sprookjesfiguren in het verhaal aan bod komen. Oudere kinderen kunnen deze sprookjesfiguren in het verhaal gaan herkennen. In het boek zelf is daarvoor ook een leuke illustratie voorzien. Wanneer Draak de zon uitblaast krijgen we een illustratie te zien van allemaal schimmen van sprookjesfiguren in het bos. Op die prent kunnen leerlingen gaan zoeken naar wie welke sprookjesfiguur voorstelt en waarom. Daarnaast vind ik ook de titel en de cover aantrekkelijk. Niet alleen voor mijzelf, maar ook voor de kinderen. De kinderen kunnen de titel in vraag stellen en de cover van het boek analyseren. Hoe ziet de draak eruit, waarom, … ? Daarnaast kan je dit boek ook koppelen aan andere boeken van Dirk Nielandt over Ridder Muis. Ook in die boeken is de draak geen slechterik. Je kan de boeken introduceren aan de leerlingen en hun prikkelen om het te lezen (tijdens mijn stage had ik drie boeken van Ridder Muis van Dirk Nielandt voorzien, dat de leerlingen meteen begonnen te lezen tijdens het leeskwartier).

Ondertussen heb ik dit boek zelf gelezen, er twee leesbevorderingslessen er mee gemaakt en deze ook gegeven en heb ik het boek ook al voorgelezen voor kinderen in de bib van Aalst. Telkens opnieuw krijg je dezelfde reacties. De leerlingen die enthousiast worden bij het zien van de cover met de draak, de verbaasde gezichten wanneer ze horen dat Draak een held wil zijn en de glimlachjes wanneer Draak een held geworden is en de zon terug aanblaast. Ook de prent met de schimmen van de sprookjesfiguren was telkens een succes. Het zoeken en bespreken van de figuren zorgt voor een leuk interactief moment tussen het voorlezen door, zonder dat de kinderen onttrokken zijn van het boek. Ook trokken leerlingen al gauw dezelfde conclusie op het einde van het boek. Er is wel een draak in het verhaal, maar hij is boos omdat hij de slechterik moet spelen. Niet elke draak is slecht. Op die manier koppelen de kinderen het verhaal terug naar de titel en de cover.

Met andere woorden dit is een fantastisch boek om te lezen en te gebruiken in de klas. Vandaar dat ik dit boek ook al twee keer ingezet heb tijdens de stage en met succes!

Tien dingen die ik beter niet had kunnen doen waaronder 3000 euro voor een donut betalen

Ja, je leest het goed. Tien dingen die ik beter niet had kunnen doen. Dat is de titel van mijn topper, mijn lievelingsboek. Als tiener was ik altijd al dol op boeken, maar enkel boeken met veel prenten zoals de boeken van Geronimo Stilton. Totdat ik op een dag een boek uit de bibliotheek pakte dat mijn leven veranderde, “Tien dingen die ik beter niet had kunnen doen”.

De aangrijpende titel en de zeer opvallende cover trokken me meteen aan, maar de hoeveelheid tekst zonder prenten, dat was een ander verhaal. Maar toch nam ik het boek mee en gaf ik het een kans, en toen ik begon te lezen, werd ik meteen meegesleurd in het dramatische verhaal. Het ging over liefde, spanningen tussen vrienden, … , met andere woorden een dramatisch tienerleven. Perfect voor Dorien de tiener dus. Maar laat je niet misleiden. Het boek gaat misschien over een tienerleven, maar ik kan je verzekeren dat de portie drama in het boek om van te smullen is voor elke leeftijd! Ikzelf ben het boek op twintigjarige leeftijd nog eens gaan ontlenen in de bibliotheek en ik vond het nog steeds even fantastisch.

Dit boek zorgde er daarnaast ook voor dat ik meer boeken ging lezen zonder prenten en dat ik het genre chicklit ontdekte. Ik realiseerde me dat boeken lezen even spannend kon zijn als een serie kijken op tv. Je moet gewoon het juiste boek vinden, het boekgenre dat je ligt.

Als laatste hielp het boek mij ook om mijn passie voor schrijven te ontwikkelen, zelf begon ik enkele kortverhalen te schrijven dankzij dit boek. Maar die blijven geheim 😉 .

Zoals je ziet heeft dit boek een grote invloed op mijn leven gehad. Als je net als ik een liefde voor lezen hebt, maar het gevoel hebt dat je vastzit in een sleur of niet weet welk boek te lezen, raad ik je aan om een boek te pakken dat je normaal niet zou lezen. Op die manier ontdek je misschien wel jouw boekgenre of favoriete boek. Wie weet, misschien zal het je leven net zo veranderen als dat het mijne heeft gedaan of is dit boek wel het boek dat jij zoekt! Lees het eens zou ik zeggen.

Mlynowski, S. (2015). Tien dingen die ik beter niet had kunnen doen. de Fontein Jeugd.

Hoeveel lessen leesbevordering zijn voldoende?

Dat een leeskwartiertje op school niet voldoende is om de leerlingen hun leesmotivatie, leesbegrip en technisch lezen te stimuleren weten we al. Lessen leesbevordering zijn echt noodzakelijk in het onderwijs. Lezen speelt een zeer belangrijke rol in ons leven, nu en later.

Alleen heb ik nu nog een belangrijke vraag. Hoeveel lessen leesbevordering worden er het best voorzien om te werken aan de leesmotivatie opdat het leesbegrip en het technisch lezen ook verbeteren?

Wat denken jullie? Een les leesbevordering per week, per maand, … ?

Laat maar weten wat jullie denken in de opmerkingen en waarom.

Alles is blauw

Het kinderboek “Eefje Donkerblauw” is een verhaal over een klein meisje, Eefje dat opgroeit in een grote familie van alle kleuren van de regenboog. Het verhaal is geschreven door Geert De Kockere en geïllustreerd door Lieve Baeten.

Eefje? Zij heeft alles in de kleur donkerblauw. Donkerblauwe schoenen, donkerblauwe kleren, donkerblauwe lippen, donkerblauwe stoelen en zelfs donkerblauwe jam voor op haar boterham. Maar op een dag wordt Eefje verliefd op koning Goudgeel. Hoe gaat dat nu? Zij houdt van donkerblauw en hij houdt van goudgeel? Op een dag komt Eefje op een idee. Ze houdt alles donkerblauw, maar ze geeft er een goudgele toets aan. Want als ze van koning Goudgeel houdt, dan moet ze toch ook een beetje van de kleur goudgeel houden. Bovenstaande afbeelding representeert dit goed.

De illustraties van het boek zijn betoverend. Lieve Baeten heeft een tekenstijl ontwikkeld die aan de ene kant nostalgisch is en aan de andere kant modern. Haar gebruik van levendige kleuren, subtiele texturen en gedetailleerde lijnen creëren prachtige illustraties die perfect passen bij het verhaal. Het is duidelijk dat ze veel aandacht heeft besteed aan de kleine details in alle illustraties, waardoor de personages en de omgevingen mooi tot leven komen.

Het boek bevat vele illustraties die de fantasie stimuleren. Van de eerste illustratie tot de laatste. Elke illustratie is een kunstwerk op zich. De aandacht voor details is opvallend, van de uitdrukkingen op de gezichten van de personages tot de achtergronden die elke prent verrijken.

Maar het zijn niet alleen de details die opvallen. De illustraties in “Eefje Donkerblauw” zijn ook zeer expressief. Baeten kan de gevoelens van de personages goed overbrengen door middel van de gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal.

Kortom, de illustraties in “Eefje Donkerblauw” zijn een belangrijk onderdeel van het boek. Ze brengen het verhaal tot leven. Dit boek is een echte must-have voor in de klas.

De Kockere, G., & Baeten, L. (1992). Eefje Donkerblauw. De Eenhoorn.

Waarom lezen goed is voor ons.

Lezen is niet alleen leuk, maar ook goed. Wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat lezen een positieve invloed heeft op allerlei aspecten van ons leven. Het vergroot onze woordenschat en verbetert ons taalbegrip, wat ons helpt bij het communiceren en begrijpen van anderen. Daarnaast kan lezen ons helpen bij onze persoonlijke ontwikkeling en vergroot het ons vermogen tot het opbrengen van empathie. Lezen brengt ons tot rust, kan ons helpen om ons beter te concentreren en is een basiscompetentie in onze maatschappij.

Maar dat is niet alles! Uit onderzoek blijkt dat regelmatig lezen ons ook kan helpen om langer te leven. ‘Maar hoe?’, hoor ik je nu al denken. Dit komt doordat het lezen van boeken en andere teksten onze hersenen stimuleert en zo onderhoudt het onze cognitieve vaardigheden naarmate we ouder worden.

Waar wacht je nog op? Pak er een boek bij en begin te lezen!

Waarom lezen goed is voor ons | Iedereen Leest. (2021, November 3). Iedereen Leest. Retrieved April 11, 2023, from https://www.iedereenleest.be/over-lezen/onderzoek/waarom-lezen-goed-voor-ons

Ik vindt die een handig website

Misschien had je het wel al door als je de titel las. Maar in dit blogbericht ga ik het over spelfouten hebben en de oplossing hiervoor. Zie jij de spelfouten?

Die of dat, dt-fouten, kleine typefouten die verscholen zitten in een tekst die je uittypt, … ? Ja hoor, we maken allemaal wel eens een foutje. Alleen kan de ene fout er al sneller door dan de andere en willen we liefst een tekst afleveren zonder fouten.

Ook ik had dit voor in mijn eerste opleidingsjaar leerkracht lager. Hoeveel dt-fouten ik maakte in mijn lesvoorbereiding, ik kon het niet meer tellen. Vooral omdat ik ze niet herkende. Gelukkig merkten mijn mentoren in mijn tweede stageperiode die wel op. Elke dt-fout die ik maakte omcirkelden ze voor mij. Natuurlijk is dit geen permanente oplossing en is het niet de bedoeling dat er in mijn zogezegd afgewerkte lesvoorbereidingen dt-fouten zitten. Op een dag sprak een van mijn mentoren mij hierover aan. Hij begreep dat ik dt-fouten maakte, maar vertelde mij om de teksten die ik schreef te laten nalezen door iemand thuis. Natuurlijk was dat voor mij een probleem. Ik woon alleen thuis, veel personen om mijn teksten na te lezen zijn er dus niet. Daarnaast ken ik ook niet zoveel vrijwilligers die allemaal lesvoorbereidingen en andere schoolse teksten willen doornemen om dt-fouten te zoeken.

Daardoor kwam ik op het volgende idee. Misschien dat het internet mij een handje kon toesteken. Ik zocht ‘dt-fouten vinden’, ‘dt-fouten zoeken’, ‘verbeteren dt-fouten’ en uiteindelijk kwam ik uit op deze site: san.schrijfhulp.be. Als je een tekst uittypt kan je hem kopiëren en dan op de site in het tekstkader plakken. Nadien kan je klikken op het woord ‘spelfouten’ links in de kolom en wordt je tekst onderzocht op spelfouten. Nadien zullen de woorden die fout getypt zijn gearceerd worden en komt de spellingsregel of het juiste woord tevoorschijn als je erop klikt. Hierdoor kan je typefouten, dt-fouten en nog zoveel meer vermijden. Zal deze spellingsgenerator al onze fouten markeren? Nee, jammer genoeg niet. Maar een ding weer ik zeker, ik voorkom toch al heel wat spellings- en typefouten.

Daarnaast vind je ook nog heel wat andere functies in de linker kolom om je teksten te verbeteren. Probeer ze zeker eens uit zou ik zeggen!

En hoe zit het nu met mijn dt-fouten? Wel daarmee gaat het al een stuk beter. Niet enkel de Schrijfhulpsite heeft geholpen maar ook een sessie taalcoaching verricht wonderen ;). Dus als je echt al heel je leven worstelt met een spellingsregel, dan raad ik je toch een sessie aan. Maar nu ga ik deze tekst nog eens laten controleren door de Schrijfhulp. Hopelijk heb ik jullie bij deze geholpen!

De vuurzeevlieg een aandoenlijk boek

Tijdens een les muzische opvoeding kregen we de opdracht om in groepjes rond een verhaal uit een boek beeldend te gaan werken met materialen uit de natuur. Hierbij kregen we een verhaal uit het boek ‘De vuurzeevlieg’ van Carll Cneut en Toon Tellegen. Dit boek is onderverdeeld in verschillende verhalen die telkens over een ander insect gaan. Onze groep kreeg het verhaal met als titel ‘De aardworm’.

In dit verhaal krijgt de aardworm twee brieven van iemand die hem aanbidt. Maar van wie zijn die brieven nu toch? Dat kom je te weten in dit verhaal.

Opvallend aan dit verhaal is hoe een bepaald woord verklaard wordt in de tekst. Ze gebruiken het woord “aandoenlijk”. Dit is natuurlijk geen woord dat je elke dag tegenkomt en kan dus wel een kort woordje uitleg gebruiken. In het verhaal verschaffen ze die uitleg door het als het ware in de tekst zelf te stoppen. Ze werken met andere woorden expliciet aan de betekenis van het woord.

Zo lezen we:

“Beste aardworm,

Ik vind jou ook aandoenlijk.

Aandoenlijk dacht de aardworm. Een geheim iemand vindt mij aandoenlijk! Dat betekent dus dat hij moet huilen als hij aan mij denkt.”

“Wie, dacht hij nog, wie vindt mij nou toch aandoenlijk … ik ben niet aandoenlijk … ik krijg nooit een brok in mijn keel als ik aan mijzelf denk …”

Op deze manier maken de kinderen kennis met een woord en zijn betekenis zonder afstand te moeten nemen van het verhaal om het woord te begrijpen. Ze moeten niet op zoek gaan naar een woordenboek of naar een persoon die hun het woord kan uitleggen.

Een nadeel hieraan is dat de kinderen geen gebruik maken van woordenschatstrategieën om het woord te begrijpen. De betekenis wordt hun als pap in de mond gegeven. De kinderen gaan niet zelf nadenken hoe ze de betekenis van het woord kunnen achterhalen, want deze staat letterlijk opgeschreven in het verhaal.

Hoe de betekenis van het woord wordt duidelijk gemaakt heeft dus zijn voor- en nadelen. Maar een ding weet ik zeker, het is een boek dat zeker het lezen waard is.

KOALA-testen

In een artikel van VRT nws wordt er gesproken over KOALA-testen bij kleuters. KOALA-testen zijn taaltesten die de luistervaardigheid van de kleuters meten. Deze bestaan uit twee delen. In het eerste deel van de test krijgen de leerlingen individuele doe-, zoek- en kiesopdrachten zoals: “Zet het meisjespopje hoger op de trap dan de jongen”. In het tweede deel van de test vullen de leerlingen in kleine groepjes opdrachtboekjes in. Sinds een jaar worden deze testen jaarlijks afgenomen in de kleuterklas.

Je kan wel gaan denken, waarom is dit voor ons interessant? Het gaat toch over kleuteronderwijs en niet over lager onderwijs? Dit is jammer genoeg een redenering die vaak terugkomt. Het is belangrijk om te weten dat wij verder bouwen op de basis die het kleuteronderwijs meegegeven heeft. Als de leerlingen geen goede taalbasis meehebben vanuit de kleuterklas is het moeilijker voor hen om lessen rond taal te volgen. Daarnaast is het ook bewezen dat als je minder scoort op taal je gemiddeld ook minder scoort op andere vakken op school zoals wereldoriëntatie, wiskunde, … Door de taaltesten kunnen we nu op tijd een taalachterstand vaststellen en de leerlingen extra hulp aanbieden om die taalachterstand weg te werken. Op die manier hebben de leerlingen een goede taalbasis om op verder te bouwen. Ook zien we dat de taaltesten ervoor zorgen dat de scholen zich meer bewust worden van hun taalbeleid en dat willen gaan versterken. Dit is natuurlijk een goede zaak. Als laatste zien we dat ervoor gepleit wordt dat de taalondersteuning die de kleuters met taalachterstand krijgen, doorgezet wordt naar het eerste leerjaar. Op die manier blijven we kinderen met een taalachterstand ondersteunen en kunnen ze zich verder blijven ontwikkelen in de Nederlandse taal. Hierdoor hebben ze meer leerkansen nu en later.

Het is zeer belangrijk dat wij als leerkrachten lager ons ook bewust zijn van wat taal voor impact heeft op de schoolresultaten. Laat dit artikel jullie aansporen om later zelf oog te hebben voor leerlingen met een taalachterstand en hun te ondersteunen waar nodig. Zo maken wij het verschil tussen onderwijs en goed onderwijs.

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/10/25/koala-test-bij-kleuters-veel-extra-werk-voor-de-school-maar-h/

Wel of geen draak in dit verhaal?

Vorig schooljaar had ik een zeer interessant boek in de bibliotheek van Nieuwerkerken gevonden. Het boek stond te pronken op een displaytafeltje bij de kinderboeken. Meteen was ik aangetrokken tot het boek door de kleurrijke illustraties van Deborah Allwright en de speciale titel van het boek. Het boek had als titel ‘Geen draak in dit verhaal’ en is geschreven door Lou Carter. Alleen stond er op de cover van het boek WEL een grote rode draak getekend, die een beetje boos kijkt. Is er dan toch een draak in dit verhaal en waarom kijkt de draak zo boos? Mijn nieuwsgierigheid werd direct geprikkeld en ik nam het boek mee naar huis.

Eenmaal thuis begon ik het boek direct te lezen. Ik vond het zo een interessant en leuk boek dat vele mogelijkheden had om te gebruiken in de klas. Het boek ging over Draak. (Er kwam dus wel degelijk een draak voor in het verhaal). In dat boek moest Draak de slechterik spelen die de prinses gevangenhield. Maar uiteindelijk kwam er natuurlijk een knappe prins om de prinses te redden van de enge grote draak. Alleen was er een probleem. Draak was er nijdig vandoor gegaan. Hij wou helemaal niet de slechterik zijn. Draak wil voor een keer eens de held zijn in een verhaal. Dus Draak gaat op zoek naar wie hij kan helpen. Hij gaat naar Hans en Grietje, Goudlokje, Roodkapje, … Maar niemand die hij kan helpen. Uiteindelijk komt Draak bij Jaap en zijn bonenstaak. Draak wil hem helpen om de reus weg te krijgen. Maar…ohoh. De reus grijpt Draak en Jaap in zijn grote hand en ze zitten vast. Draak heeft zich vergist hij wil helemaal geen held zijn. Hatchie! Plots niest de reus door een veertje van de gans van Jaap, dat in de lucht zat. De gans van Jaap was nog net op het nippertje uit de handen van de reus gevlucht. Maar oei, doordat de reus zo hard niesde heeft hij de zon uitgeblazen. Alle sprookjesfiguren in het bos roepen om hulp. Het peperkoekenmannetje roept Draak. ‘Draak’ zegt hij, ‘We hebben echt een held zoals jou nodig”. Draak durft in het begin niet, maar stilaan groeit zijn zelfvertrouwen en uiteindelijk blaast hij een grote vlam op de zon. De zon schijnt weer en dat allemaal dankzij Draak. Hoera, het is feest. Want Draak is nu een echte held.

Zoals jullie zien is dit een zeer controversieel verhaal. Dat is dan ook hetgeen dat mij boeide. In dit boek werd een draak als held voorgesteld en niet als slecht monster. Hierdoor kunnen kinderen kritischer gaan nadenken over bepaalde stereotypen. Daarnaast vind ik het ook fijn dat er andere sprookjesfiguren in het verhaal aan bod komen. Oudere kinderen kunnen deze sprookjesfiguren in het verhaal gaan herkennen. In het boek zelf is daarvoor ook een leuke illustratie voorzien. Wanneer Draak de zon uitblaast krijgen we een illustratie te zien van allemaal schimmen van sprookjesfiguren in het bos. Op die prent kunnen leerlingen gaan zoeken naar wie welke sprookjesfiguur voorstelt en waarom. Daarnaast vind ik ook de titel en de cover aantrekkelijk. Niet alleen voor mijzelf, maar ook voor de kinderen. De kinderen kunnen de titel in vraag stellen en de cover van het boek analyseren. Hoe ziet de draak eruit, waarom, … ? Daarnaast kan je dit boek ook koppelen aan een ander boek zoals het boek ‘Ridder Griezel’ van Dirk Nielandt. Ook in dit boek is de draak geen slechterik. Je kan het boek introduceren aan de leerlingen en hun prikkelen om het te lezen.

Ondertussen heb ik dit boek zelf gelezen, er een voorleesles van gemaakt en deze ook gegeven en heb ik het boek ook al voorgelezen voor kinderen in de bib van Aalst. Telkens opnieuw krijg je dezelfde reacties. De leerlingen die enthousiast worden bij het zien van de cover met de draak, de verbaasde gezichten wanneer ze horen dat Draak een held wil zijn en de glimlachjes wanneer Draak een held geworden is en de zon terug aanblaast. Ook de prent met de schimmen van de sprookjesfiguren was telkens een succes. Het zoeken en bespreken van de figuren zorgt voor een leuk interactief moment tussen het voorlezen door, zonder dat de kinderen onttrokken zijn van het boek. Ook trokken leerlingen al gauw dezelfde conclusie op het einde van het boek. Er is wel een draak in het verhaal, maar hij is boos omdat hij de slechterik moet spelen. Niet elke draak is slecht. Op die manier koppelen de kinderen het verhaal terug naar de titel en de cover.

Met andere woorden dit is een fantastisch boek om te lezen en te gebruiken in de klas.