Een ritme aan beelden

“De illustrator gaat sterk rationeel te werk. Na de eerste lezing van de tekst heeft Carll Cneut beelden of een sfeer in zijn hoofd. Hij start met één beeld ergens uit de tekst. Dan gaat hij voor en na dat beeld op zoek naar een ritme van beelden. “

Een illustrator die ik graag in the picture zou zetten is Carll Cneut. Bij het bekijken van het boek ‘de gouden kooi’ van Anna Castagnoli, merkte ik prachtige illustraties die bijna geschilderd of met wasco gekleurd leken. Ik ging op zoek naar achtergrondinformatie rond deze illustrator.

Carll is een Vlaamse illustrator en heeft al tal van boeken geïllustreerd. Carll drukt emoties uit in verschillende vormen en kleuren. De compositie van zijn tekeningen worden zijn grote sterkte genoemd. Hij suggereert een wereld die veel groter is dan de grenzen van zijn blad.

Je ziet de wereld buiten het boek in zijn tekeningen. Deze maakt hij nooit volledig af omdat zo de fantasie van de kinderen geprikkeld wordt. In hun eigen verbeelding kunnen ze de tekeningen aanvullen.

Carll vertelt zijn eigen verhaal in zijn illustraties. Dat zal af en toe wat afwijken van het verhaal. Momenteel is hij sinds enkele jaren docent illustratie aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent.

Boeken van Carll die wat meer in de spotlights mogen staan:

  • Altijd wat te vieren – Annie M. G. Schmidt
  • Meneer Ferdinand – Agnes Guldemont
  • De Vuurzeevlieg en andere dierenverhalen – Toon Tellegen
  • Roodgeelzwartwit – Brigitte Minne
  • De gouden kooi – Anna Castagnoli
  • Slagveld van gebroken harten – Ed Franck
  • Dulle Griet – Geert De Kockere
  • Het Geheim van de Keel van de Nachtegaal – Peter Verhelst

De ridders van de ronde keukentafel

Een boek geschreven door Mark Tijsmans, een geliefde auteur in het vijfde leerjaar waar ik stage gaf dit jaar. De leerlingen gingen een aantal keer aan de slag met de boeken van Mark. Voor mijn les koos ik ervoor om aan de slag te gaan met ‘De ridders van de ronde keukentafel’. Rond dit boek hadden de leerlingen nog niet gewerkt. Het verhaal was ook niet gekend bij hen.

Tijdens deze les gingen we ook aan de slag met sms-taal. De leerlingen kregen een bericht van Mark, waarin hij zei dat hij niet aanwezig kon zijn op de receptie van zijn boeken. Dit bericht stond vol met afkortingen, alsook delen van woorden die vervangen waren door cijfers. Hier gingen de leerlingen mee aan de slag. Ze mochten zelf nieuwe woorden maken met cijfers, en met deze woorden slogans maken voor het boek.

Om ervoor te zorgen dat ze de inhoud van het boek een beetje wisten, hebben we de cover en de titel eerst besproken. Hun nieuwsgierigheid werd geprikkeld. Ze mochten voorspellen waar het boek over ging, daarna werd er wat meer inhoud gegeven door mij. Er werd nadien ook een kwartiertje uit het boek voorgelezen.

De leerlingen waren heel enthousiast over het boek. Ikzelf vind het ook een leuk verhaal om mee aan de slag te gaan. Sommigen kennen het verhaal al van Koning Arthur, of hebben al van de musical gehoord. Het verhaal ligt ook dicht bij hun leefwereld omdat het over kinderen gaat.

TIP! Het boek is ook geschreven voor kinderen met dyslexie.

Nog!

Begin dit jaar leerde ik een fijn kinderboek kennen, én jullie kennen het heel waarschijnlijk ook allemaal. “Het land van de grote woordfabriek” van Agnès de Lestrade en Valeria Docampo. Daarin vond ik deze illustratie:

Het verhaal gaat zo: In het land van de grote woordfabriek moet je woorden kopen en inslikken om ze te kunnen uitspreken. Florian vangt woorden die dwarrelen door de lucht met zijn vlindernet, hij wil deze sparen voor een heel bijzonder iemand: Siebelle. Florian en Siebelle lachen alleen maar naar elkaar. Maar dan spreekt Florian zijn woorden uit: kersenrood, pannenlapje en stoelendans. Siebelle geeft Florian een zoen. En Florian heeft nog één woord voor haar, een woord dat hij enkele jaren geleden vond in de vuilnisbak: nog!

Deze illustratie geeft me vlinders in de buik. Met weinig woorden brengt Florian iets moois teweeg. De blos op Florian zijn wangen, het lieve gezicht van Siebelle, de vlinders op zijn jas,… De hele illustratie toont je tederheid, zachtheid, liefde, vriendschap,… alles wat moois is. De emoties voel je echt wanneer je naar deze illustratie kijkt.

Het boek ging ik normaal lezen en terugbrengen, maar ik heb besloten om het te houden. Ik vond het zo’n prachtig verhaal met prachtige illustraties en zou het graag later nog gebruiken in de klas.

Moest je het nog niet gelezen of bekeken hebben, kan ik dit boek zeker aanraden!

Een skelter, een turbotrapper

Een woord waar ik zelf nog nooit van gehoord heb, maar wel gebruikt werd in een kinderboek.

Het verhaal

Het hoofdpersonage, Tim, is jarig. Tim houdt ervan om in het bos te spelen, de dieren te helpen, in de plassen te springen, … Tim wil net zoals zijn papa een boswachter worden. Voor zijn verjaardag krijgt hij een uniform van zijn ouders. In de eerste instantie vond hij dit een vreemd cadeau, maar dan ziet hij dat het een boswachtersuniform is! Tim is dolgelukkig. Van zijn opa en oma krijgt hij een skelter, een turbotrapper. Maar wat is dat?

Wat is een skelter?

In het boek ‘Tim de kleine boswachter’ van Jan Paul Schutten vond ik het woord ‘skelter’. Zelf wist ik niet wat het betekende. Ik dacht meteen aan een kamp of iets waarmee je je kan beschermen. Toen ik even verder las, merkte ik op dat het om een vervoersmiddel ging. De illustrator Emanuel Wiemans zorgde ook voor een mooie illustratie van de skelter. Hierdoor kreeg ik meteen een beeld van wat ‘een skelter’ is. Aha, het is een soort van mini-tractor of een go-cart.

De auteur zorgt ervoor dat door de tekst te lezen, je ongeveer een beeld kan scheppen van wat een skelter is. ‘Net als papa’s auto, een turbotrapper, vervoer van een boswachter,…’ En de illustratie maakt het beeld compleet.

Schutten, J. P., Hogenbosch, T., & Wiemans, E. (2020). Tim de kleine boswachter. Singel Uitgeverijen.

Foto openen

Het belang van (voor)lezen

Lezen doen we elke dag. We lezen ons boodschappenlijstje, we lezen ondertitels op de tv, we lezen een recept, een boek, … Lezen heeft verschillende functies om ons te helpen in het leven. Het is praktisch, maar het is ook belangrijk bij de taalontwikkeling en emotionele ontwikkeling van kinderen. In het artikel lees je over de verschillende functies van lezen.

Waarom lezen belangrijk is:

Belang van lezen kind
  1. Van jongs af aan komen kinderen met allerlei teksten en boeken in aanrakingen. Door kinderboeken te lezen, ontwikkelen ze een beeld van zichzelf en de wereld om hun heen. De boeken bevatten boodschappen. Denk maar aan de boeken van Jip en Janneke. Ze geven een beeld van alledaagse dingen: boodschappen doen, verjaardagen vieren, ziekenbezoeken maken… Kinderen leren wat er van hen verwacht wordt. Lezen kan je voorbereiden om het latere leven.
  2. Kinderboeken hebben ook een socialiserende rol: Er wordt direct of indirect gesproken over waarden en normen. Een voorbeeld hiervan zijn de boeken over Pippi Langkous. Kinderen worden uitgedaagd om na te denken over het gedrag van pippi. Is dat wel acceptabel om te doen? Zonder dat ze het doorhebben, leren kinderen van de dingen die ze lezen.
  3. Onderwerpen die lastig te bespreken zijn, kunnen besproken worden in en via boeken. Boeken kunnen een handvat bieden om een gesprek aan te gaan.
  4. Een kind kan herkenning en troost vinden in boeken. Een boek kan ook helpen om je af te sluiten van de werkelijkheid. Even opgaan in het verhaal en alle eigen zorgen vergeten. Kinderen kunnen ook vriendschap vinden in een boek. Een boek kan troost, comfort, warmte en hoop bieden. Bijvoorbeeld bij moeilijke situaties zoals een overlijden van een familielid of huisdier, een scheiding,…
  5. Lezen heeft ook taalkundige functies. Het kind leert de geschreven taal vanuit boeken. Ze leren welke klank bij welke letter hoort, welk geschreven woord bij welk gesproken woord hoort,… Ze breiden hun taalkennis meer uit. Ze leren de verschillende betekenissen van woorden en leren deze betekenissen afleiden uit zinnen. Ze leren rijmen en spelen met taal. De woordenschat zal vergroten.
  6. Een kind dat moeite heeft met lezen en dit niet graag doet, zal minder snel een moeilijke tekst aandurven. Dit noemen we zelfeffectiviteit: het vertrouwen dat een persoon in zichzelf heeft om een situatie aan te kunnen. Een kind met een hoge zelfeffectiviteit zal eerder een dik boek uit de kast pakken of een moeilijkere tekst aangaan, dan een kind met een lage zelfeffectiviteit.
lezen emotionele ontwikkeling

Waarom voorlezen / samen lezen zo belangrijk is:

Samen lezen met een kind is een goede manier om het kind zichzelf te laten ontwikkelen als lezer. Het is dé manier om taalgevoel te ontwikkelen bij het kind. Wanneer het kind ouder wordt en zelfstandig kan lezen, stoppen veel ouders met voorlezen. Maar ook oudere kinderen hebben hier nood aan! Het is belangrijk om de betekenis van woorden en de uitspraak ervan te leren.

Kinderen die veel lezen en in verhouding weinig gesproken taal horen, spreken woorden sneller verkeerd uit dan kinderen die veel samen met hun ouders lezen. Samen lezen is dus de boodschap!

Vijf aanraders

Tot slot lijst het artikel ook nog 5 aanraders op om samen met het kind te lezen:

  • Mama kwijt van Chris Haughton. Een boek over een uiltje dat zijn mama kwijtraakt en haar met hulp van de dieren om hem heen weer terugvindt. Geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar.
  • De leeuw in de muis van Rachel Bright. Een boek met prachtige prenten over een muis die graag net zo stoer wil zijn als een leeuw. Geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar.
  • Lotte & Roos – Samen ben je nooit alleen van Marieke Smithuis. Een boek over vriendschap, elkaar helpen en ongewone gebeurtenissen. Geschikt voor kinderen vanaf 6 jaar.
  • Lampje van Annet Schaap. Een boek over moed en dapper durven zijn met de nodige humor. Geschikt voor kinderen vanaf 8 jaar.
  • Bedtijd verhalen voor rebelse meisjes van Elena Favilli. Een boek over stoere vrouwen uit de geschiedenis tot nu. Geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar.

website: https://wijzeroverdebasisschool.nl/uitleg/belang-van-lezen

Gekke sprookjes

Voorbij de heuvels in sprookjesland
is iets heel erg vreemds aan de hand.
In het bos loopt een gelaarsde muis.
De heks snoept van haar eigen huis.
Geelkapje is haar schoentje verloren.
De prins zit vast in de tovertoren.
Grootduimpje is zijn laarzen vergeten.
De biggetjes hebben de wolf opgevreten.
Sneeuwwitje en de zeven geitjes,
vliegen op hun tovertapijtjes.
Vind je dat niet een beetje raar?
Ken je het echte sprookje nog? Vertel het maar!

De taart op de kers

Ik las dit gedicht in het boek ‘De taart op de kers’ van Ine De Volder en Nelleke Verhoeff. Meteen dacht ik terug aan alle sprookjes die mij ooit voorgelezen zijn wanneer het bedtijd was. Het bracht heel wat leuke herinneringen met zich mee. Daarom koos ik voor dit gedicht.

De sprookjes zijn helemaal door elkaar gehaald. Je moet dus ook even nadenken hoe het weer echt ging. Het is een soort van ‘test’, hoeveel sprookjes ken je nog?

In de klas zou je het kunnen gebruiken wanneer je met de leerlingen werkt rond sprookjes of fantasieverhalen. Ze kunnen uit het gedicht eerst de sprookjes zoeken en daarna de fouten aanduiden en verbeteren. Daarna kan je aan de slag gaan met de verschillende sprookjes en er bijvoorbeeld de bijvoeglijke naamwoorden bij betrekken. De leerlingen kunnen ook aan de slag gaan en hun eigen sprookje schrijven en voorlezen.

‘Sprookjes’ zijn verhalen die de leerlingen zeker en vast al eens gehoord of gezien (film) hebben. Ze kennen hoogstwaarschijnlijk allerlei sprookjes en ook voor hen kan het herinneringen opbrengen.

De Volder, I., & Verhoeff, N. (2021). De taart op de kers. Clavis.

Kinderboek in de kijker: Matilda

Matilda is een kinderboek geschreven door Roald Dahl. Het is een boek dat heel hard geliefd is door kinderen. Veel kinderen kennen ook andere kinderboeken van Roald Dahl zoals De heksen, Sjakie en de chocoladefabriek, de GVR, … Matilda is ook gekend door de verfilming van het boek.

In het verhaal maken we kennis met een bijzonder slim meisje, Matilda. Op jonge leeftijd kan ze al heel veel, ze heeft zichzelf ook leren lezen en rekenen. Haar ouders vindt ze heel gemeen en lui. Ze behandelen haar slecht, hebben alleen maar aandacht voor haar broertje Michiel en kijken alleen maar televisie. Haar vader vindt ze een oplichter, hij verkoopt tweedehands auto’s aan véél te hoge prijzen. Haar ouders storen zich aan Matilda. Ze vinden haar betweterig en irritant. Matilda laat zich niet doen. Ze steekt allerlei kattenkwaad uit om hen een lesje te leren.

Matilda gaat op vijfjarige leeftijd naar school en zit in de klas bij juffrouw Engel. Zij heeft al snel door dat Matilda hoogbegaafd is. Maar op school gaat het niet al te vlot. Juffrouw Bulstronk, het schoolhoofd, moet ook niets van Matilda weten. Ze is een gemeen schoolhoofd dat leerlingen erge straffen geeft. In de klas maakt Matilda wel een nieuwe vriendin, Lavendel.

Er gebeuren een aantal dingen in de klas, op school, thuis… Het verdere verloop en de afloop van het verhaal laat ik jullie zelf ontdekken. Het boek een keertje lezen is een echte aanrader!

Roald Dahl - Personages - Matilda - Juffrouw Bulstronk

In de klas gebruiken

Zelf heb ik het boek denk ik nooit gelezen in de lagere school. Wél had ik al veel gehoord over Matilda en de schrijver Roald Dahl. Op stage wou ik er dus zeker mee aan de slag gaan. Ik heb het boek ontleend in de bibliotheek. Ik vond het boek als jongvolwassene héél leuk. Het boek bevat ook leuke illustraties, die het verhaal ondersteunen. Ik wou het boek dus zeker gebruiken tijdens de lessen taal. Tijdens deze les gingen we ons focussen op begrijpend lezen.

De leerlingen van het derde leerjaar waren super enthousiast toen ze hoorden dat we met dit boek aan de slag zouden gaan. Het grootste deel van de klas kende dit verhaal. Ze hadden het boek gelezen of de film gezien. Tijdens deze les bekeken we eerst de cover en de titel van het boek. Nadien bekeken we samen wat illustraties uit het boek. De leerlingen mochten deze bespreken: “Wie denk je dat dit is? Hoe ziet ze er uit? Wat zou er gebeuren?”

De leerlingen kregen een stukje tekst uit het hoofdstuk ‘de bulstronk’. Dit mochten ze in stilte lezen. Daarna kregen ze vragen die ze moesten invullen. Hierna heb ik ook nog een stukje voorgelezen. De leerlingen mochten daarna nog eens nadenken hoe het verhaal verder zou gaan.

De leerlingen waren heel enthousiast en gemotiveerd tijdens deze les. Matilda is een heel leuk boek dat aansluit bij het schoolse leven waar de kinderen zich in bevinden. Ze zijn zelf jong en willen ook soms wel wat kattenkwaad uitsteken. Ze vinden Matilda ‘cool’ omdat ze zichzelf durft zijn en krachten heeft. Het is dus zeker een aanrader om dit boek te gebruiken bij jonge kinderen.

bron: Dahl, R. (2016). Matilda (1ste editie). de Fontein Jeugd.

Cover van boek Matilda