Je uiterlijk is geen beperking

Zijn naam is Hond, James Hond. James is een hond die je nooit zal vergeten. Hij is niet zomaar een hond maar een jack russell met een super speurneus. Ondanks zijn kleine gestalte laat hij zich niet doen. Hij bijt zeker en vast van zich af als je ook maar iets probeert.

Tijdens mijn stage heb ik het boek ‘James Hond en de elfenbank’ voorgelezen aan een groep leerlingen, een mix van het eerste leerjaar tot en met het zesde leerjaar. Eén voor één waren ze gekluisterd aan de woorden die vloeiden over mijn lippen. Het kleine hondje had hun hartje al veroverd door zijn moedig karakter.

Het boek gaat over James Hond, hij woont aan de Belgische kust met zijn baasje André. Andreetje heeft een restaurant genaamd ‘t Zeetje. Hij staat bekend doordat hij de beste zeetong bakt van heel de Belgische kust. Deze soort wordt geleverd door het visserskoppel Martinus en Lieke. Deze krijgen een probleem voorgeschoteld. Zij kunnen André geen zeetong meer leveren omdat er een grotere visser al de zeetong opschept met zijn nieuwere visboot. Op een dag krijgt de visser Martinus een droom over de elfenbank. Het is een zandbank die steeds van locatie wisselt en bomvol met zeetong zit. Om deze zandbank te vinden hebben ze de hulp nodig van James Hond en zijn speurneus. James beleeft een groot avontuur op land en in het water. Er zijn heel veel mensen en dieren die hem onderschatten wegens zijn kleine gestalte maar hij bewijst het tegendeel met zijn wilskracht.

Ik heb dit boek gekozen omdat het een spannend en grappig verhaal is. Maar ook omwille van de onderliggende gedachte dat jouw uiterlijk niks zegt over hoe jij bent. Deze gedachte wil ik ook meegeven aan alle kinderen.

De leerlingen vonden het verhaal grappig en boeiend. Ze vonden James een dappere en stoere hond. Een leerling (7 jaar) had zelfs gezegd dat hij meer zoals James Hond wil zijn. Dit deed mijn hartje smelten. Kinderen leren veel van fictieve personages en daarom zal ik altijd blijven voorlezen in de klas.

James Hond en de Elfenbank - Leesbevordering in de klas
Boek: Elpers, N. E. (2018). James Hond en de Elfenbank. Kalmthout, België: Van Halewyck.

Chinees voor buitenstaanders

Er ontstaan meer en meer familiewoorden, zeker nu we nog meer tijd met onze familie doorbrengen. Woorden die anderen horen en denken: “Wat is dat?!”. Welke woorden verzinnen we allemaal met onze familie? En waarom doen we dat?

Ik las onlangs een artikel in De Standaard over familiewoorden en de eerste vraag die in mijn hoofd kwam was: “Wat is dat nu weer?”. Maar eigenlijk hebben wij hier thuis ook een handjevol familiewoorden. Familiewoorden zijn woorden die je gemaakt hebt binnen je familie en die buitenstaanders niet snappen. Het is zeker en vast geen dialect maar meer een eigen taaltje binnen de familie.

Het artikel heeft mij wel aan het denken gezet en ik heb toch een aantal familiewoorden gevonden die wij thuis gebruiken/gebruikten. De eerste is de gouden klassieker in ons huis namelijk ‘oliebol’. Nee, het is niet de lekkernij die we allemaal eten op de kermis maar de navel. Mijn broer was 3 jaar toen hij voor het eerst dat woord gebruikte. Wij hadden geen flauw benul waar hij dat vandaan haalde. Tot we op een dag de film ‘Plop en de kabouterschat’ aan het kijken waren en het woord ‘oliebol’ hoorden. Het werd als een koosnaampje gebruikt bij een koppeltje in de film en toen het vrouwtje het koosnaampje gebruikte, duwde ze op haar man zijn buik. Hilarisch was dit wel.

‘Gorilla ballerina’ was nog een veel gebruikt woord toen mijn broer klein was. We zeiden dit woord telkens als mijn broer een kleine uitbarsting had. Hij was zo boos als een gorilla en danste dan in rondjes als een ballerina. Er waren nog zoveel woorden die een buitenstaander niet verstond.

Tuesday Tip: Act like a Ballerina / Two Plus Luna

Deze familiewoorden kunnen wel een probleem veroorzaken op school omdat leerlingen daardoor niet het juiste woord voor iets weten. Maar met taal uiten de leerlingen ook hun identiteit, dus er zijn ook nog positieve aspecten aan verbonden. Het is maar hoe jij het bekijkt.

Bron: Droeven, V. I. V. R. (2020, 16 december). Familiewoorden: de woorden die elk gezinslid kent maar daarbuiten niemand. De Standaard. Geraadpleegd van https://www.standaard.be

Overal en nergens

Overal en nergens is een gedicht uit de gedichtenbundel ‘Doodgewoon’ van Bette Westera. Een gedicht waar prachtig wordt verwoord hoe het voelt om iemand te missen, hoelang het ook geleden is. De dood maken we allemaal mee in ons leven en er bestaat jammer genoeg geen juiste verwerkingsprocedure. De gedichtenbundel ‘Doodgewoon’ van Bette Westera zit vol met gedichten over iemand verliezen en missen, over het rouwproces en nog zoveel meer. De gedichten in deze bundel zijn geschreven voor kinderen tussen de 9 en 11 jaar maar zijn ook geschikt voor volwassenen.

Omdat het onderwerp ‘de dood’ heel gevoelig en moeilijk ligt bij kinderen, vind ik dit gedicht wel heel gepast voor kinderen in een rouwproces. Het vertelt dat alles wat je ziet, voelt of ruikt je aan die ene persoon doet denken die er niet meer is. Ik denk dat kinderen hierdoor beseffen dat ze niet alleen dat specifiek gevoel hebben maar dat het bij veel mensen ook zo is. Het gevoel dat ze er niet alleen voor staan is een grote factor tijdens het verwerken van het verlies van iemand die je nauw aan het hart ligt.

Overal en nergens

Ik ruik je in de linde,
ik ruik je in de rozen.
Ik ruik je in kamille,
in jasmijn en in frambozen.
Ik ruik je in het fluitenkruid
en in de berenklauw.
Overal en nergens ruik ik jou.

Ik proef je in de pruimen,
ik proef je in de bessen.
Ik proef je in de bron
als ik mijn dorst probeer te lessen.
Ik proef je in de druiven,
ik proef je in de dauw.
Overal en nergens proef ik jou.

Ik hoor je in de branding,
ik hoor je in de meeuwen.
Ik hoor je in hun vleugelslag,
ik hoor je als ze schreeuwen.
Ik hoor je in de leeuwerik,
de merel en de kauw.
Overal en nergens hoor ik jou.

Ik voel je in de hagel,
ik voel je in de regen.
Ik voel je in het briesje
dat de blaadjes laat bewegen.
Ik voel je in de warmte,
ik voel je in de kou.
Overal en nergens voel ik jou.

Ik zie je in de beken,
ik zie je in de stenen.
Ik zie je in een berg
die door het maanlicht wordt beschenen.
Ik zie je in de hemel,
in het grijs en in het blauw.
Overal en nergens zie ik jou.

(tekst: Bette Westera in ‘Doodgewoon’, een uitgave van Gottmer, illustratie: Sylvia Weve)

Waarom heb ik dit gedicht gekozen? Dat is de grote vraag die er nu in je hoofd maalt. Ik heb dit gedicht gekozen omdat ik het gevoel ken dat wordt besproken. Iemand verliezen is een grote leegte die gecreëerd wordt in je leven en in je hart. Het gedicht ‘Overal en nergens’ kan een grote steun zijn voor veel mensen.

Zal ’t gaan ja, al die uitdrukkingen?

De allereerste strip van F.C. De Kampioenen ‘Zal ’t gaan, ja?’ zit bomvol gebeurtenissen. Wanneer de voetbal van de Kampioenen door het raam van Dimitri De Tremmerie vliegt vallen de uitdrukkingen te lezen in de strip. Van geweldige comebacks (het antwoord dat iemand op zijn plaats zet) tot eufemismen (iets mooier voorgesteld dan het is). Één voor één zijn het uitdrukkingen waar een kind kan over struikelen.

‘Gepeperde rekening’ is de eerste uitdrukking die je tegenkomt, DDT roept dit nadat de Kampioenen voor de zoveelste keer zijn raam kapot maken door hun klungelig voetballen. De betekenis hiervan is een hoge rekening. Bij DDT is dit logisch, wat een geldwolf is hij wel.

We weten ook al langer dan vandaag dat Xavier niets te zeggen heeft tegen zijn Sjoeke. Haar wil is wet en dat weet hij maar al te goed. Dit zegt hij dan ook als hij op weg is naar Boma om wacht te houden tijdens de nacht. Het betekent wanneer ze haar wil niet krijgt dat dit zware conflicten teweeg brengt.

Als Boma thuiskomt van een etentje met een blondine, merkt hij op dat Xavier verdwenen is met de noorderzon. Het wil zeggen dat hij spoorloos verdwenen is of onopgemerkt vertrokken. Met de noorderzon vertrekken heeft al eeuwenlang een figuurlijke betekenis namelijk plotseling en stiekem vertrekken. Het dateert uit de zeventiende eeuw waar huurders die hun huur niet betaalden plotseling vertrokken en alleen een leeg bed achterlieten.

Na de tweede inbraak in Boma’s worstenfabriek gaat hij troost zoeken bij Pascale. Carmen laat dan ook Xavier weten dat Boma in de put zit. Boma weet geen oplossing meer om de inbraken te stoppen en hij is lichtjes depressief dat zijn worsten worden gestolen. Deze uitdrukking is ontleend van het ganzenbord, degene die daar in de put zit moet wachten op verlossing.

Je merkt dus dat er meer uitdrukkingen worden gebruikt dan je denkt in een simpele strip. Ga zeker eens op zoek naar andere uitdrukkingen in alle andere strips.

Zal 't gaan, ja? stripverhaal (F.C. de Kampioenen 1, Hec Leemans) bestellen  - avonturen, familie, humor, jeugd, televisie stripboeken kopen bij  Stripweb!

Oefening baart kunst

Spelling oefenen blijft voor veel kinderen een saaie bezigheid. Zeker als het oefenen niet echt vanzelf gaat. Maar hiervoor bestaat er een oplossing, namelijk spellingoefenen.nl. Op een speelse wijze leren kinderen onbewust verschillende spellingvaardigheden.

Je kent het wel de vele zuchten en puffen telkens het woord ‘spelling’ valt. Niemand doet het graag maar toch moeten we het kunnen. De juf zegt steeds: “Veel oefenen, dan kan je het zonder problemen.” of “Door te oefenen zal je het wel leren”. Spelling is een moeilijke materie die je heel je leven meeneemt en die zo saai is om te oefenen dat je erbij in slaap valt.

Er bestaat een oplossing om de saaie spellingoefeningen om te zetten naar speelse maar toch nog leerrijke oefeningen. Spellingoefenen.nl zorgt dat kinderen op een leuke manier bijleren. Terwijl je speelt, ben je aan het leren en weet je op school hoe je de woorden goed schrijft. Zo wordt extra oefenen plezierig en niet meer saai. Hoe hoger je behaald level, hoe meer uitdagingen je staan te wachten.

Ik zou dit als leerkracht zeker aanbieden aan leerlingen die moeten oefenen met spelling en hun zo laten inzien dat spelling niet saai hoeft te zijn. Ook is het een leuke manier om kinderen die sneller klaar zijn in de les meer uitdagingen aan te bieden op een speelse wijze. Leerlingen leren veel meer onbewust dan bewust.  

Spelling oefenen groep 3,4,5,6,7 en 8

Zwart, het enige dat ik zie

Het zwarte kleurenboek is een bijzonder boek over kleuren, zonder één kleur erin tenzij zwart. Het geeft je meer perspectief bij kleuren die je niet kan zien, geschreven vanuit het opzicht van een blinde jongen. Kleuren worden op een heel originele manier beschreven: hoe het smaakt, voelt, ruikt en hoe je het hoort. Dit boek toont aan hoe je kleuren kan ervaren als je ze niet ziet.

Het zwarte kleurenboek | Menena Cottin | 9789491819407 | Standaard  Boekhandel
Boek: Cottin, M. C. (2015). Het zwarte kleurenboek. Brussel, België: Ludion.

Thomas is verlekkerd op alle kleuren. Hij hoort ze, voelt ze, ruikt ze en smaakt ze. Geel, zo zegt hij, smaakt naar mosterd en is zacht als dons. Rood is zuur als een aardbei en zoet als een watermeloen. Maar als er een aardbei op zijn geschaafde knie verschijnt, doet die pijn. De droge bladeren onder zijn voeten kraken bruin. Zo gaat het verder, kleur na kleur, zintuig na zintuig, tot en met zwart. Dat vindt Thomas de mooiste kleur want zwart zijn de zachte haren van zijn mama en is de neus van hemzelf in die haren.

Door de originele beschrijvingen van de verschillende kleuren gaan kinderen de wereld rondom hen anders bekijken en hun andere zintuigen meer gebruiken. Hun ervaringen met kleuren zullen vanaf dan veel rijker zijn.

Dit boek is toegankelijk voor zowel blinde of slechtziende kinderen als kinderen die geen problemen hebben met hun zicht. Er staat telkens in braille wat er geschreven staat. Voor kinderen die braille willen leren lezen, achteraan in het boek staat het braille-alfabet, inclusief de leestekens en cijfers.

Het zwarte kleurenboek biedt heel veel mogelijkheden om te gebruiken tijdens lessen over de zintuigen. Een echte aanrader. Op Vimeo is er een video beschikbaar waar verschillende mogelijkheden worden voorgesteld om dit boek te integreren in je les.