Carll Cneut in de kijker!

Ik geef stage in een tweede leerjaar en deed tijdens mijn stageweek aan boekpromotie. Ik koos ervoor om de illustrator Carll Cneut in de spotlights te zetten. Ik nam twaalf verschillende boeken mee die geïllustreerd zijn door Carll Cneut. Het was zowel voor mij als voor de leerlingen een top-ervaring.

Ik begon mijn les boekpromotie met een kamishibai-verhaal ‘O monster, eet me niet op!’. Om het spannend te maken, las ik slechts het eerste deel voor. Ik zorgde ervoor dat de leerlingen doorheen het verhaal geconcentreerd bleven door hen tijdens het verhaal vragen te stellen naar zowel de inhoud als naar hun eigen beleving. Nadien stelde ik Carll Cneut en twaalf boeken geïllustreerd door hem voor en opende de tentoonstelling. De leerlingen kregen de kans om naar de tentoonstelling te komen en de boeken te bekijken. Ze mochten er in bladeren en gingen vervolgens terug op hun stoel zitten.

Aangezien ik twaalf verschillende boeken meehad, mochten de leerlingen in duo’s een boek kiezen. Ik duidde willekeurig een groep aan om een boek te kiezen. Dit was de eerlijkste manier. De leerlingen kregen de tijd om in duo’s het gekozen boek te lezen. Ze kozen zelf of er een van de twee het verhaal las of ze elk om de beurt lazen of ze allebei in stilte gingen lezen enzovoort… Op mijn signaal stopten de leerlingen met lezen en legde ik de volgende opdracht uit. De opdracht was om de prenten van het gelezen boek grondig te bekijken en op zoek te gaan naar prenten die onvolledig waren.

Als verwerkende opdracht selecteerde ik drie verschillende opdrachten. Een eerste opdracht was dat de leerlingen een prent kregen uit een van de boeken die onvolledig was. Met hun fantasie mochten ze de tekening afwerken. Een tweede opdracht was dat de leerlingen een nieuwe cover mochten maken voor het boek dat ze gelezen hadden. Een derde en laatste opdracht was dat de leerlingen een gedicht kregen uit het boek ‘Fluit zoals je bent’ en daar een bijpassende prent mochten voor ontwerpen.

De leerlingen vonden deze les boekpromotie zeer leuk en vroegen tijdens de rest van mijn stageweek of ze nog eens gingen werken rond de boeken van Carll Cneut. Wanneer de leerlingen een vrij moment krijgen, mogen ze altijd kiezen om aan hun contractwerk te werken, te kleuren of een tekening te maken. Ik had nog verschillende prenten over van Carll Cneut die onvolledig waren. Deze mochten ze tijdens de vrije momenten nemen en verder afwerken. Ook liet ik de verschillende boeken liggen in de klasbib. Ik merkte dat de leerlingen spontaan een boek namen geïllustreerd door Carll Cneut.

 

Een nieuwe ontdekking: een lusboek

Ik ben student Lager Onderwijs in Odisee te Aalst. Tijdens de voorbije weken zijn we tijdens de lessen Nederlands volop bezig geweest met het ontdekken van prentenboeken, boeken die Carll Cneut illustreert, boeken voor beginnende lezers en nog zoveel meer! In een van de lessen kreeg ik het boek ‘Otto in de stad’ in mijn handen. Het sprak me onmiddellijk aan en ik ging meteen op ontdekkingstocht.

‘Otto in de stad’ is een lusboek. Ik had nog nooit zo’n boek gezien. Ik opende het boek en nam meteen deel aan het verhaal. Het is boek waarin Otto samen met zijn papa de stad leert ontdekken. Doorheen de pagina’s volg je Otto met zijn papa in een gekke auto. Je hebt haast ogen te kort om alles in de stad te kunnen bezichtigen. Ze rijden met hun auto tussen de wolkenkrabbers, brengen een bezoek aan het winkelcentrum, laten hun auto wassen in de carwash, wandelen in het park enzovoort… Wanneer je aan het einde van het boek bent, kan je het boek omdraaien. Plots zie je Otto en zijn vader aan de andere kant terug. Zij keren namelijk van de stad terug naar hun huis.

De pagina’s in het boek zijn volledig bedekt met de illustraties van Tom Schamp. Ook vind je tussen de gebouwen van de stad enkele korte zinnen die meer uitleg geven over de belevenissen van Otto en zijn vader.

Wanneer ik één illustratie zou moeten kiezen, kan ik dit niet. Het is een boek dat zowel kinderen, jongeren als volwassen urenlang kan boeien. Het boek is een kijk- en zoekboek waar je zeer lang plezier aan beleven kan!

Je kan het boek ontlenen in de bibliotheek bij jou in de buurt via onderstaande link: http://zoeken.bibliotheek.be/?itemid=%7Clibrary%2Fmarc%2Fvlacc%7C7025178

Ook kan je dit ontzettend leuke boek kopen op onderstaande pagina: https://www.lannoo.be/nl/otto-de-stad

Mijn allereerste voorleesmoment: spannend!

 Ik studeer voor leerkracht Lager Onderwijs aan de hogeschool Odisee te Nieuwerkerken. Ik zit nu in mijn tweede opleidingsjaar. In mijn eerste jaar nam ik deel aan een voorleesproject. Samen met nog een andere student spraken we af om op een zaterdagochtend gedurende een kort moment voor te lezen aan kinderen in een plaatselijke bibliotheek. Ik had die dag ook zelf enkele vriendjes meegebracht. Ik koos voor het voorleesboek ‘Het circusschip’ van Chris van Dusen.

‘Het circusschip’is een voorleesboek dat jonge kinderen echt kan betoveren. Vooral de prenten maken het zo een bijzonder boek. Het boek gaat over een circusschip dat dobbert over de donkere oceaan. Op die boot zitten vijftien dieren, hun baas Meneer Venijn en de kapitein van het schip. Ze zijn op weg naar de volgende bestemming. Plotseling gebeurt er iets vreselijk: er is een zware storm op komst. Het circusschip botst iets later tegen een klif. De kapitein wil alle dieren redden, maar Meneer Venijn denkt alleen aan zichzelf. De dieren zwemmen samen naar het dichtstbijzijnde eiland. Ze komen daar terecht in een klein dorpje waarvan de inwoners nog nooit zo’n wezens gezien hadden. Er gebeurt heel veel in dat dorpje, bijvoorbeeld een brand. De tijger die het gewoon is om door brandende hoepels te springen, redt het meisje die nog in de brandende hut zat. Zo worden de dieren stilaan hele goede vrienden van de inwoners. Het is dus logisch dat ze hun baas Meneer Venijn niet missen. Op een dag komt Meneer Venijn naar het dorpje en eist alle dieren terug, maar waar zijn de dieren toch gebleven?

Het boek zit vol met leuke cartoons/prenten. Wanneer meneer Venijn de dieren terugeist, is er een tekening waar de kinderen alle dieren kunnen zoeken. De dieren zijn namelijk verkleed en hebben zich verstopt. Ze willen absoluut niet meer terug met Meneer Venijn mee. Ook is het boek opgebouwd door rijmvorm. Zo is het luchtig om aan jonge kinderen te vertellen en blijven ze ook langer geconcentreerd.

Tijdens het voorleesmoment merkte ik dat alle kinderen zeer aandachtig waren. Ze vonden het super om te raden wat er nog ging gebeuren en vonden de prenten fantastisch. Dit is een soort boek waarbij jij als verteller niet alleen aan het woord bent. Door de zoekplaten mogen de kinderen ook actief meedenken. Zo is er veel interactie tussen de luisteraars en de verteller. Na het voorleesmoment waren de kinderen nog steeds onder de indruk. ‘Het circusschip’ was dus een geslaagde keuze! Zowel de kinderen als ik ervaarden dit boek als een prachtig boek.
Een leuk lesidee voor jonge kinderen: http://jeugdliteratuur.org/lestips/jeugdboekenweek-2011-het-circusschip

Aarde aan Marc Vertongen!

Wanneer ik eens een moment van rust nodig heb, kijk ik vaak naar een aflevering van FC De Kampioenen. Deze keer koos ik voor de aflevering ‘De tribune’ (S16E04).

Deze aflevering van FC De Kampioenen draait rond een misverstand tussen Marc Vertongen en de dokter in het ziekenhuis. Bieke en Marc gaan langs bij de dokter omdat ze hun vruchtbaarheid willen laten testen. Wanneer de dokter de resultaten bekend maakt, vertelt hij dat Marc trage zwemmers heeft. De dokter legt het ook eens uit aan de hand van sporttermen. Hij zegt: ‘Er zitten te trage zwemmers in de ploeg en te trage zwemmers kunnen helaas niet scoren.’ Marc neemt dit natuurlijk letterlijk op. Hij weet dé perfecte oplossing voor de ploeg. Voor één keer mag hij de trainer zijn. Als activiteit gaan ze natuurlijk gaan zwemmen. Niemand begrijpt waarom. Marc verduidelijkt: ‘Wij zwemmen te traag waardoor we niet kunnen scoren!’

In de aflevering zijn er nog enkele misverstanden te wijten aan het letterlijk opnemen van een uitdrukking in plaats van de figuurlijke betekenis. 

Je kan de volledige aflevering via deze link bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=IXrRnoQao9E&t=1s

Meertalig voorlezen: must op school!

Wanneer ik deze week op Facebook belandde, zag ik een bericht van Klasse verschijnen. De titel luidde als volgt: ‘Meertalig voorlezen versterkt de band met je leerlingen’. Ik wou het artikel meteen openen en volledig lezen. In het artikel worden verschillende redenen gegeven waarom een school voor meertalig voorlezen moet kiezen.

Moedertaal geeft een veilig gevoel.

Wanneer de leerlingen nog maar pas in België zijn, geeft het hen een goed en veilig gevoel om ook in hun thuistaal te mogen communiceren. De kans is groter dat het contact tussen deze leerling(en) en de juf/meester sneller gelegd wordt. Ook leren de kinderen uit de klas verschillende talen en kunnen ze verbanden leggen tussen de verschillende talen.

Voorleesmoeders en voorleesvaders op school

Organiseer wekelijks een voorleesmoment waarbij ouders met een andere thuistaal dan het Nederlands mogen komen voorlezen. Deze ouders lezen niet vaak voor thuis. Op deze manier komen ze echt te weten dat hun kinderen dat geweldig vinden. De voorleesouders zijn wel verplicht om zelf hun boeken te gaan zoeken in de bibliotheek.

Nederlands als gemeenschappelijke taal

De kinderen leven in een multiculturele samenleving waarin we respect moeten hebben voor elkaar. Wanneer iemand iets niet begrijpt, moet je deze verklaring geven in het Nederlands. Nederlands blijft de gemeenschappelijke taal tussen de verschillende leerlingen.

Taalbeleid omgegooid

Vroeger was het taboe dat anderstaligen hun eigen thuistaal mochten spreken. Je moest hen er echt op wijzen dat ze voortdurend Nederlands spraken in de klas. De dag van vandaag is dat anders. Het is een voordeel dat de leerlingen hun thuistaal onderhouden. Wie zich goed voelt, leert meer. Wie zijn thuistaal goed beheerst, kan de stap naar goed Nederlands makkelijker zetten.

Dit artikel toont nogmaals dat wij als toekomstige leerkrachten moeten openstaan voor die meertaligheid in de klas. Het is voor sommige anderstalige leerlingen zo moeilijk om mee te zijn met onze woordenschat, onze taal… Het is voor de leerlingen super motiverend om ook hun thuistaal te betrekken in de klas. Zo blijven deze leerlingen gemotiveerd om Nederlands te leren. Ook vinden zij het geweldig dat de andere leerlingen uit de klas kennismaken met hun taal.

Overtuigd van deze aanpak? Zorg ervoor dat je de ouders goed informeert, zorg voor een weekthema en zorg voor een taalbeleid in de school.

 

Het artikel kan je raadplegen via onderstaande link: https://www.klasse.be/32273/meertalig-voorlezen-versterkt-de-band-met-je-leerlingen/?utm_medium=social&utm_source=facebook&utm_campaign=meertalig_voorlezen_nov_2017&utm_term=fb_klasse

 

¿ Quieres jugar conmigo ?

Op maandag 27 november las ik een artikel over de toelating van moedertalen op school. Ook hoorde ik dit nieuws op de radio.

Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) heeft een nieuwe leidraad geschreven. Daarin staat vermeld dat iedere leerling zijn eigen moedertaal mag spreken op de speelplaats en in de klas. Dit zorgt natuurlijk voor enkele reacties.

Het Gemeenschapsonderwijs is ervan overtuigd dat deze aanpak alleen maar positieve gevolgen kan hebben. Door positief om te gaan met die verschillende talen, voelen kinderen zich beter op school en leggen ze makkelijker de brug naar het Nederlands. Professor Piet Van Avermaet juicht dit toe. Hij beweert dat de moedertaal van leerlingen een hefboom is om Nederlands te leren. Ook Hilde Crevits stemt in. Zij is ervan overtuigd dat het positieve gevolgen kan hebben, alleen vindt ze het nog belangrijk dat Nederlands de onderwijs- en instructietaal is en moet blijven.

Jammer genoeg zijn er ook tegenstanders. Koen Daniëls, onderwijsexpert van N-VA zegt dat de samenleving steeds signalen geeft dat de kennis van het Nederlands de manier is om aan een diploma te geraken. Doordat de leerlingen aangespoord worden om hun moedertaal te blijven spreken, is dit signaal niet meer zo krachtig. Hij vindt ook dat deze nieuwe aanpak het ingewikkelder maakt. We moeten ons ook de vraag stellen: ‘Gaan we hiermee een doorstroming naar het hoger onderwijs verbeteren van de leerlingen van wie Nederlands niet de thuistaal is?’.

Het is belangrijk als leerkrachten dat wij ook openstaan voor deze diversiteit. Wij leven momenteel in een multiculturele samenleving en deze zal in de toekomst alleen maar verruimen. Belangrijk is dat we een wederzijds respect hebben voor elkaars talen, elkaars culturen en elkaars gewoonten. Het is dus belangrijk dat leerlingen in de klas zich veilig en gewaardeerd voelen. Dit kunnen we bereiken door de leerlingen de kans te geven om ons te laten kennis maken met zijn/haar cultuur. Ik som enkele voorbeelden op die ik zeker zou toepassen in mijn klas: op de deur goedemorgen in verschillende talen omhoog hangen, de anderstaligen de kans geven om te vertellen over zijn/haar cultuur en ons daar helemaal in onder te dompelen. Natuurlijk zijn er nog veel andere toffe ideeën om hier tijd en energie in de steken. Belangrijk is gewoon dat wij daarvoor open staan en er ook echt iets mee gaan doen.

Wil je er meer over lezen? Klik op de onderstaande links:

http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20171126_03209193

http://www.knack.be/nieuws/belgie/moedertaal-op-school-n-va-wenst-leerkrachten-veel-sterkte-toe/article-normal-931415.html

https://www.hln.be/nieuws/binnenland/onderwijs/anderstalige-leerlingen-mogen-moedertaal-spreken-in-gemeenschapsonderwijs~aa245e33/

Zo vrij

Als ik vleugels had,
dan vloog ik
uit mijn kamer door het open raam,
hoger
de lucht in om mezelf uit te slaan.
Dan scheerde ik
rakelings langs huizen en daken,
hoger
zonder mijn dagdromen te raken.
Dan zweefde ik
over de toppen van de bomen,
hoger
boven de wolken waar sprookjes wonen.

Maar ik heb geen vleugels.
Ik zit op mijn kamer met de deur
en mijn oren op slot.

Riet Wille, Als de koeien bloeien, Averbode, 1994

Dit gedicht vind ik zeer inspirerend. Er zit zoveel betekenis achter de woorden en zinnen. Met dit gedicht kan je zoveel gaan doen in de klas.

Ik wil dit gedicht gaan gebruiken in een les Muzische Vorming. Er zijn natuurlijk nog andere vakken waarin dit gedicht zou geïntegreerd kunnen worden. In mijn les Muzische Vorming zou ik dit gedicht als instap gebruiken en als rode draad doorheen de les. Er zijn verschillende opdrachten die je rond het gedicht kan uitwerken.

Een eerste voorbeeld is dat de leerlingen naar dit gedicht luisteren. Terwijl ze een tweede keer luisteren, krijgen de leerlingen ook een opdracht. Deze opdracht luidt: ‘Teken een beeld dat je in je hoofd hebt als je naar dit gedicht luistert.’ Je kan na de opdracht gaan vragen aan de leerlingen wat ze getekend hebben en waarom juist die tekening. Met deze opdracht ga je de creativiteit van de leerlingen aansporen en hen doen stilstaan bij de verschillende interpretaties van hun medeleerlingen.

Een tweede voorbeeld is dat de leerlingen zelf gaan nadenken over wat ze zouden willen zijn wanneer ze vleugels hadden. Ze maken hier zelf een gedicht of een elfje over. Ook gaan ze dit gedicht versieren. Na de opdracht kan je de leerlingen hun gedicht luidop laten voorlezen. Ook laat je de leerlingen hun gedicht even toelichten.

Zoals ik eerder al zei zijn er nog zoveel andere mogelijkheden om te werken rond dit gedicht. Het kan gaan over iets knutselen, de betekenis achter de woorden zoeken, de gevoelens van het personage achterhalen en nog zoveel meer.

Ik vind het boek zeer waardevol door de symboliek die je kan halen uit elk gedicht. Het boek is speciaal samengesteld voor kinderen. Het boek wordt onderverdeeld in verschillende thema’s die de leerlingen zeker kunnen bekoren. Ze zullen zich vaak aangesproken voelen doordat ze het gedicht echt begrijpen en soms hetzelfde meemaken of voelen. Ik zou deze gedichtenbundel zeer vaak gebruiken in de klas.

Wil je het boek ook bemachtigen? Klik hier: https://www.bol.com/nl/p/voel-je-wat-ik-voel/1001004006420573/?country=BE

Ik zal er altijd voor je zijn!

Wanneer ze me zouden vragen welk woord ik het allermooiste vind, kies ik voor ‘houden van’. Dit woord is niet ingewikkeld of zeer lang, maar er zit zoveel betekenis achter. Je zegt dit woord niet zomaar tegen iedereen. Er zit een bepaalde waarde in.

Voor de christenen is dit woord eveneens een zeer innemend woord. ‘Houden van’ of ‘ik wil er altijd voor je zijn’ is iets wat je zegt wanneer je dit ook echt meent. Met deze woorden ga je een verbond aan, je gaat elkaar voor de volle 100 procent vertrouwen en steunen ondanks wat er allemaal nog kan gebeuren.

Ook is het voor iedereen aangenaam wanneer iemand tegen je zegt ‘Ik hou van jou’. Hier betekent het dat die persoon je echt waardeert hoe je bent, dat deze persoon je liefheeft. Voor mij is dit belangrijk. Ik ga dit woord ook alleen tegen de persoon of personen zeggen wanneer ik dit echt meen, wanneer ik er echt voor altijd wil zijn voor hem of haar.

Als je me nodig hebt, dan roep je maar.
Als je verdriet hebt, sta ik altijd voor je klaar.
Als je pijn hebt, zal ik je troosten.
Als je geen zin hebt, zal ik je overhalen.
Samen lachen,
Samen pijn,
Ik zal er altijd voor je zijn!

Wat je allemaal kan ontdekken tijdens een les BBB

Nooit gedacht dat ik op een les BBB nieuwe woorden zou leren kennen. Op dinsdagavond volg ik in mijn thuisdorp een lessenreeks BBB, beter gekend als ‘Buik-, Billen- en Borstentraining’. Als afsluiter van ons sportuurtje deden we een reeks oefeningen om onze bekkenbodemspieren te versterken. Ik had van dit woord nog nooit eerder gehoord. Onze trainster legde het uitvoerig uit. Om het kort te vertellen: de bekkenbodemspieren zijn spieren die in het gebied van onze geslachtsorganen liggen. (Zie foto). De bekkenbodemspieren heeft een vrouw nodig om een kind op de wereld te zetten. Zowel mannen als vrouwen hebben deze spieren nodig bij het ledigen van de urineblaas. Deze spier kan namelijk ook getraind worden. Daarbij is het belangrijk dat zowel jouw buikspieren als bilspieren niet gaan meebewegen.

 

Wil je meer te weten komen? Klik dan op onderstaande link: https://www.cm.be/binaries/Brochure-bekkenbodemspieren_tcm375-102297.pdf