Thuistaal op school?

In het begin van het schooljaar kwam ik dit artikel uit De Standaard tegen. In dit artikel gaat het over het integreren van de thuistaal van de leerlingen tijdens vakken op school. De stad Gent moedigt de leerkrachten aan om de leerlingen toe te laten hun thuistaal te gebruiken in de klas. Dit zou het makkelijker maken voor de leerlingen om sommige zaken te leren. N-VA gaat hier niet mee akkoord, zij willen de kloof tussen autochtone en allochtone leerlingen doen verdwijnen.

Dit artikel heeft een grote invloed op mij als leerkracht. Wanneer er anderstalige leerlingen in mijn klas zouden zitten dan kan ik hier ook over nadenken om ze hun thuistaal te laten gebruiken voor sommige zaken. In het artikel wordt besproken dat ze groepjes maken aan de hand van thuistaal. De leerlingen mogen dan discussiëren over een bepaald onderwerp in hun thuistaal, maar zij moeten hierna verslag uitbrengen in het Nederlands. Hierdoor wordt hun Nederlands bevorderd en voelen ze zich beter in hun vel. Dit stimuleert ook het leren.

Bron: Vancaeneghem, J. (2019, 26 september). Gent moedigt gebruik van thuistaal op school aan, N-VA reageert woedend. De Standaard. Geraadpleegd via http://www.destandaard.be.

Mooiste herinnering

Als ik terugdenk aan mijn lagereschooltijd moet ik meteen denken aan de bezoeken aan de bibliotheek. We gingen regelmatig met de klas naar de bibliotheek, we mochten dan even rondsnuisteren tussen de boeken. Wanneer we terugkeerden naar de klas namen we ons boek mee. Dit plaatsten we in de klasbib. Wanneer we tijd over hadden, mochten we een boek uitkiezen en dit lezen.

Wat is jouw mooiste herinnering aan de lagere school die te maken heeft met het lezen van boeken?

De jongen in de gestreepte pyjama

Afbeeldingsresultaat voor de jongen in de gestreepte pyjama

In het 5e middelbaar kreeg ik de opdracht om het boek ‘De jongen in de gestreepte pyjama’ van John Boyne te lezen. We gingen met dit boek aan de slag in de klas.

Tijdens de lessen geschiedenis toonde ik weinig interesse in alle gebeurtenissen, maar door dit boek ben ik op een andere manier naar Wereldoorlog II beginnen kijken. Het boek heeft me de ogen geopend. Er wordt op een zeer mooie manier voorgesteld dat je als buitenstaander toch betrokken kan raken in de vreselijke praktijken die zich in die tijd afspeelden.

Het hoofdpersonage van het boek, Bruno, was er zich niet van bewust wat er zich afspeelde vlak naast zijn huis. Hij was nieuwsgierig en wou op ontdekking gaan, wat in deze situatie niet het beste idee bleek te zijn. Zo kwam hij in contact met een jongen aan de andere kant van het hek, in het concentratiekamp. Ze deelden hun ervaringen en werden beste vrienden. Tot Bruno nog verder wilde gaan ontdekken. Hij kroop onder het hek door, maar dit liep jammer genoeg niet goed af.

Afbeeldingsresultaat voor de jongen in de gestreepte pyjama

Ik denk dat velen van jullie dit boek (of de film) al kennen, de anderen wil ik toch aansporen om het boek eens te lezen wanneer je hiertoe de kans krijgt.

Boyne, J. (2013). De jongen in de gestreepte pyjama. Amsterdam: Boekerij.

Stach als middelpunt

Afbeeldingsresultaat voor 1 miljoen vlinders

Toen ik deze illustratie voor het eerst zag, merkte ik zeer veel drukte op, maar als ik er verder naar kijk, valt alles op zijn plaats. Mijn favoriete illustratie komt uit het boek ‘Eén miljoen vlinders’ van Edward van de Vendel, met illustraties van Carll Cneut.

Het fragment bij de prent gaat als volgt “Verder dan maar, verder. De vlinders dansten voor Stachs ogen en het was lente en zomer tegelijk. Zo ging het over de hei, zo ging het tussen de heuvels door, en zo ging het langs de rivier. Tegen iedereen die hij tegenkwam, zei Stach: ‘Hallo! Ik heb vlinders om me heen. Ja, nu even niet.’ De herten lachten vriendelijk terug. Ze keken naar elkaar en zeiden: ‘We weten ervan.’ En de leeuweriken, en meneer en mevrouw Zwijn, en de lieve pony’s, zelfs de strenge kermispaarden, ze zeiden allemaal: ‘We weten ervan.’…”

De reden waarom deze illustratie me zo hard aanspreekt, is omdat ze een volledige pagina vult. Dat is nog niet alles, ze loopt zelfs nog door op de volgende pagina. Het lijkt alsof Carll Cneut een illustratie wou maken die nooit eindigde. Deze illustratie mag dan wel zeer druk zijn, toch springt Stach erboven uit. Hij wordt centraal geplaatst en iedereen kijkt naar hem. Hierdoor wordt duidelijk gemaakt dat hij een belangrijk figuur is in deze illustratie en in het boek.

Van de Vendel, E. (met Cneut, C.). (2007). Eén miljoen vlinders. Wielsbeke: De Eenhoorn bvba.

Kind en Taal

Ik wil jullie laten kennismaken met de website ‘Kind en Taal’. Het is een website waarop je informatie kan vinden over de taalontwikkeling van kinderen, over hoe je moet omgaan met kinderen die met meerdere talen tegelijk opgroeien. Er worden een heleboel tips gegeven, zowel naar ouders als naar leerkrachten toe. Wanneer je na het doorlopen van deze website merkt dat jouw kind een achterstand heeft op vlak van taal of met bepaalde zaken nog niet goed overweg kan, wordt er een link gegeven naar logopedisten in jouw buurt.

Deze website is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie. Wanneer je in jouw klas merkt dat sommige kinderen moeilijkheden hebben met taal, dan kan je als leerkracht doorverwijzen naar een logopedist. Er worden op deze website ook tips gegeven rond boeken die aangeraden worden om (voor) te lezen. Er wordt naar websites verwezen waarop jouw leerlingen hun taal extra kunnen oefenen aan de hand van spelletjes.

Link: https://www.kindentaal.nl/home

Ooit al gehoord van ‘cardiovasculair’?

Deze week leerde ik het woord ‘cardiovasculair’.  
Mijn zus studeert kinesitherapie, ze was beneden aan het studeren en ze liet de term ‘cardiovasculaire aandoening’ vallen. Ik vroeg haar wat dit eigenlijk betekende omdat ze het woord al vaker had gebruikt. Ze vertelde mij dat dit problemen zijn die je aan jouw hart of bloedvaten kan krijgen. Dit worden ook wel hart- en vaatziekten genoemd.

Het is niet echt moeilijk te onthouden. Mijn zus legde me uit dat cardio hart betekent en dat vasculair bloedvaten betekent.

Ik denk niet dat ik het woord ooit zal gebruiken tijdens mijn stage of later tijdens mijn lessen. Het is wel handig om de betekenis te weten wanneer het in een tekst zou voorkomen.

Niemand weet hoe ik haar mis …

Ik heb dit gedicht gekozen omdat ik het zeer passend vind bij de tijd van het jaar. Het is zeer inspirerend geschreven door herinneringen van vroeger naar boven te halen. Toen ik het gedicht voor de eerste las, werd ik echt sprakeloos. Ik blijf het maar opnieuw lezen en het blijft me steeds raken.

Het is iets wat leerlingen in de klas ook kunnen meegemaakt hebben en misschien is het leuk als ze zichzelf hierin herkennen. Je zou dit in een les godsdienst kunnen gebruiken als instap bij een les die gaat over rouwen.

Nu is mijn laatste oma dood
en niemand weet hoe ik haar mis,
want ik hou me altijd groot,
net als op haar begrafenis.

Toen zei die man: “Ja, volgt u mij.”
Het was nog koud. Het was nog vroeg.
Ik zag er ook wel mensen bij,
die hadden geen verdriet genoeg.

Zondags ging ik naar oma toe
en alles mocht er op zo’n dag.
Ze werd nooit mopperig of moe,
al at ik bergen hagelslag.

Ze lachte om alles wat ik deed,
ik maakte deeg en brood en koek,
soms had ik me zo gek verkleed, o
dan deed ze ’t bijna in haar broek.

Ik klom nog wel eens in haar schoot,
dan was ik zogenaamd weer klein.
Nu is mijn laatste oma dood,
nu kan ik nooit meer kleuter zijn.

Haar leuke huis blijft wel bestaan.
Het krijgt natuurlijk een nieuw behang.
Ik hoef er niet naartoe te gaan,
ook al duurt zondag nog zo lang.

Wanneer de meester in de klas
weer ‘absolute stilte’ wil,
dan denk ik hoe mijn oma was
en dan word ik vanzelf wel stil.

Bron: Wilmink, W. (Jaartal niet vermeld). Mijn laatste oma. Voel je wat ik voel? (pp. 160). Leuven: Davidsfonds/Infodok.