Lesidee begrijpend lezen

Zoek je een leuke les begrijpend lezen voor in je klas? Hieronder vind je een leuk voorbeeld voor in het vierde leerjaar uit de handleiding ‘De Taalbende’ van uitgeverij Plantyn .

De leerlingen worden onderverdeeld in twee groepen. Groep A krijgt deel 1 van een verhaal en groep B krijgt deel 2 van een verhaal. Groep A bedenkt een mogelijk vervolg op deel 1. Groep B  bedenkt wat er mogelijk voor deel 2 gebeurde. De leerlingen schrijven hun nieuw verhaal uit en maken eventueel een passende tekening bij het verhaal.
Daarna vertelt groep B het echte vervolg van het verhaal en groep A vertelt wat er in het echt vooraf ging. Zo kunnen de leerlingen hun eigen verhaal vergelijken met het echte verhaal.

Waarom is dit een goede oefening voor een les begrijpend lezen? De leerlingen moeten de tekst goed begrijpen zodat ze het verhaal verder kunnen schrijven. Ze moeten niet alleen de inhoud van het verhaal begrijpen maar ook de emoties van de personages, de relaties tussen personages, … Maar deze oefening gaat veel verder dan enkel begrijpend lezen. De leerlingen oefenen ook hun schrijfvaardigheid en hun spreekvaardigheid: ze proberen een vervolg of begin van het verhaal te schrijven en vertellen het oorspronkelijke verhaal aan elkaar. Zo oefen je drie vaardigheden in één les. Handig toch?

Een koffer om te vluchten

Toda woont bij haar vader. Wanneer een oorlog uitbreekt, moet Toda’s vader mee gaan vechten. De vader van Toda heeft een handboek waarin staat hoe hij zich kan verkleden als een struik, zodat de vijand hem niet herkent. De oma van Toda vindt het beter dat Toda bij haar mama gaat wonen. Zij woont in een buurland waar de oorlog nog niet is uitgebroken. Onderweg naar haar moeder, beleeft Toda allerlei avonturen.

Ik vind het boek ‘Toen mijn vader een struik werd’ van Joke van Leeuwen een zeer mooi boek. Het is ook een zeer actueel boek. Ook vandaag vluchten er veel volwassenen en kinderen uit hun land omdat er oorlog is. Dit verhaal verwoordt mooi wat een kind kan meemaken tijdens het vluchten, hoe een kind zich hierbij voelt, …

Ik heb dit boek gebruikt als verwerking van een les godsdienst. De leerlingen hadden tijdens de lessen godsdienst geleerd over conflicten. Tijdens het voorlezen stelde ik de leerlingen allerlei vragen over hun gevoelens bv. zouden zij zomaar alles achterlaten en vluchten of blijven ze liever bij hun familie? Ik had het verhaal leuk ingekleed doordat ik een kleine koffer mee had met daarin het boek. Achteraf kregen de leerlingen twee briefjes. De leerlingen schreven op de briefjes wat zij zouden meenemen als ze moeten vluchten. De leerlingen stopten de briefjes in het koffertje en deze briefjes werden besproken.

De kinderen waren zeer enthousiast. Het was een droevig verhaal voor sommige leerlingen maar het maakte een moeilijk thema zoals oorlog bespreekbaar. De verwerking vonden de leerlingen ook zeer leuk. Op het einde van de les waren er enkele leerlingen die het boek in de bibliotheek gaan ontlenen.

Meer lezen, beter in taal

Als je een boek leest, gebruik je verschillende taalvaardigheden: woordenschat, spelling, schrijven, grammatica, begrijpend en technisch lezen, …

Het taalaanbod dat kinderen thuis krijgen, is onvoldoende om een goede leerprestatie op school te kunnen neerzetten. Daarom is lezen een goede aanvulling om de woordenschat van kinderen uit te breiden. Uit onderzoek is gebleken dat als iemand één minuut per dag leest, deze persoon op één jaar ongeveer 100 000 woorden heeft gelezen. Leest iemand 15 minuten per dag dan zal die persoon 1 miljoen woorden hebben gelezen en dan zal de kans groot zijn dat die lezer met nieuwe woorden in contact komt.

Lezen is ook belangrijk om de diepe woordkennis van een woord te leren. Door het lezen van een boek komt een kind in contact met verschillende contexten waarin dat woord kan gebruikt worden.

Wil je leesdeskundige Kees Broekhof zelf aan het woord horen? Dat kan via https://www.youtube.com/watch?v=JbQcAskw3TE

 

Hoe ontstaat een regenboog?

Toen ik in het eerste leerjaar zat, las mijn juf het boek ‘Eefje Donkerblauw’ van Geert De Kockere voor. Ik vond dit zo een mooi verhaal, dat ik het boek ook thuis wou hebben. Na 13 jaar staat dit boek nog steeds in mijn boekenkast omdat het zo een prachtig boek is.

Eefje Donkerblauw is een koningin. Ze houdt erg veel van donkerblauw. Alles in haar huis is donkerblauw: een donkerblauw bed, een donkerblauwe theepot, een donkerblauw potje met donkerblauwe jam gemaakt van donkerblauwe bessen, … Op een dag ontmoet ze Koning Goudgeel. De koning houdt erg veel van geel. Eefje vindt de koning lief maar kan ze ooit van geel houden? Wil je weten hoe het verhaal afloopt? Lees dan zeker het boek. Het is een echte aanrader om in de klas te gebruiken.

Didactische tip: Dit boek kan je zeker gebruiken tijdens muzische vorming. A.d.h.v. dit boek kan je het mengen van kleuren aanleren aan de leerlingen bv. geel en blauw wordt groen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Kockere, G. (2002). Eefje Donkerblauw. (5de druk). Wielsbeke: Uitgeverij De Eenhoorn.

 

Mevrouw wit Konijn

We kennen allemaal Meneer Konijn uit Alice in Wonderland. Maar kennen jullie ook Mevrouw Konijn?

In het boek ‘Mevrouw wit Konijn’ van Gilles Bachelet komen we meer te weten over de familie van Meneer Konijn. Mevrouw Konijn beschrijft in haar dagboek hoe het eraan toegaat in haar gezin.
Het is een zeer humoristisch boek. De humor zit vooral in de tekeningen. Daarom heb ik een illustratie uit dit boek gekozen als mooiste illustratie. Mevrouw Konijn vertelt over één van haar zonen. Hij is al erg slim voor zijn leeftijd maar soms ook niet. Wanneer haar zoon zich verkleedde voor Halloween, wilde hij zich verkleden als een konijn. Ik vond dit een grappige prent omdat hij zich eigenlijk als zichzelf verkleedde. Daarom vind ik dit ook een mooie prent. Dit boek toont dat prenten niet enkel decoratief moeten zijn, maar dat ze ook een verhaal kunnen vertellen. De prent versterkt de tekst waardoor het boek grappig wordt.

Als slot een kort fragment uit het boek:

Lief dagboek,

Oef!
Na veel gestamp, getrappel, gestommel, gerommel, gemoppel en gebrom (en dat alles omdat zijn jasje niet goed gestreken was), heeft meneer mijn echtgenoot dan eindelijk besloten naar zijn werk te vertrekken. Te laat, zoals gewoonlijk. Ik zal van dit korte moment van rust gebruikmaken om je wat nieuwtjes te vertellen. …

Bachelet, G. (2013). Mevrouw wit Konijn. Leuven: Uitgeverij Davidsfonds.

 

Weg met dat woord!

Voor het derde jaar op rij organiseert de Nederlandse Lexicologie de wedstrijd “Weg met dat woord” waarbij Vlamingen en Nederlanders vanaf 23 november een woord kunnen nomineren. Eén week lang kan je jouw stem uitbrengen op het woord dat je liever niet meer in de omgangstaal zou horen via http://wegmetdatwoord.nl/. Uit al deze inzendingen wordt er een shortlist opgemaakt waaruit we vanaf 1 december opnieuw één week de tijd krijgen om een woord te kiezen dat we liever weg willen hebben.

Ook voor leerkrachten kan deze site een bezoekje waard zijn. Het is belangrijk dat de taal van een leerkracht mee is met de tijd.

‘Een thaumawat?’

‘Een thaumawat?’ Dit dacht ik tijdens de les mediakunde. Ik had nog nooit van het woord ‘thaumatroop’ gehoord. Ik was erg benieuwd naar de betekenis van dit nieuwe woord. Het klinkt als één of andere ziekte maar is het dat wel?

Een schaar, kleurpotloden, twee elastiekjes en een blad papier. Meer heeft u niet nodig om een thaumatroop te maken. Knip een cirkel uit het witte papier. Teken bijvoorbeeld op de ene zijde een vogel en op de andere zijde een vogelkooi. Bevestig aan de cirkel twee elastiekjes en klaar! Rol de elastiekjes snel tussen de vingers en je zal een vogel in een vogelkooi zien.
Een thaumatroop is een vlak dat aan twee zijden bedrukt is. Aan de zijkant zijn touwtjes bevestigd. Door de touwtjes snel tussen de vingers te rollen, wordt de voor- en achterkant afwisselend zichtbaar. Als dit snel genoeg gebeurt, lijkt het alsof beide afbeeldingen samensmelten.
Ik kwam dit woord tegen tijdens een les over film. Een thaumatroop heeft hetzelfde principe als een animatiefilm: er is een illusie van beweging wanneer beelden heel snel op elkaar volgen.
Hoe ik dit woord zal onthouden? ‘Thauma’ lijkt op trauma en ‘troop’ doet me denken aan de tropen. Hoe kan u het nog onthouden? Door het gewoon zelf te maken!

Wat hebben ridders en een handschoen gemeen?

Wanneer iemand een handschoen naar u gooit, dan kan dit verschillende redenen hebben. Die persoon wil uw aandacht trekken, hij of zij is boos op u, wil uw handen verwarmen, … Maar wat zou dit vroeger hebben betekend?

Het boek ‘Waarom een buitenboordmotor eenzaam is’ van Joke van Leeuwen gaat over de geschiedenis van de Nederlandse taal: van het Oudnederlands tot het moderne Nederlands dat we vandaag spreken. Er worden o.a. enkele uitdrukkingen in beschreven. Eén van die uitdrukkingen is ‘iemand de handschoen toewerpen’. Deze uitdrukking komt van de ridders in de middeleeuwen. Wanneer een ridder zijn handschoen voor de voeten van een andere ridder gooide, dan daagde deze ridder de andere uit tot een gevecht. Wanneer de andere ridder de handschoen opraapte, nam hij de uitdaging aan.

Wanneer iemand een handschoen naar u gooit, denk dan even na vooraleer u die opraapt!

Bron: van Leeuwen, J. (2015). Waarom een buitenboordmoter eenzaam is. (4de druk). Rekkem: Ons Erfdeel vzw.