Stilte
Met mijn vader aan de waterkant,
ik, een boek,
hij, een lijn
in de hand.
We zwegen samen,
aten onze boterhammen.
De zon wandelde
rond het wegkabbelende meer.
Mijn vader ving
één klein visje
maar gooide het
even later
weer in ’t water.
Het hoorde daar
en wij
bij elkaar.
Wille, R. Als de koeien bloeien. Averbode: Altiora Averbode.
Ik snuisterde in de gedichtenbundel ‘Als de koeien bloeien’ van Riet Wille en kwam dit prachtige gedicht tegen. Zo mooi, zo puur en zo dichtbij. Het gedicht lijkt op zich niets speciaal, maar in deze tijden meer dan ooit herkenbaar. Het nabij zijn bij mensen die je liefhebt, is zo iets kostbaar. Meer dan ooit hebben we elkaar nodig en meer dan ooit genieten we van de kleine dingen zoals GEWOON bij elkaar zijn.
Ik zou dit inzetten in de klas tijdens een les godsdienst in een thema waar hoop en liefde centraal staat. Dit gedicht zou een centrale plaats krijgen op mijn kijktafel. Kinderen kunnen hierdoor steeds herinnerd worden aan de mooie woorden van deze dichter en dit reflecteren op hun eigen situatie.
De leerlingen kunnen hun gedachten en gevoelens delen die het gedicht bij hen oproept en een tekening maken over hun eigen situatie, waarin ze de liefde voor hun naasten voelen.