Vorige week las ik dat de uitvinding van de eeuw ontwikkeld was. Yannick Vercauteren, een student lager onderwijs, bedacht het wiel als student voor zijn bachelorproef, maar nu wordt het ook echt op scholen gebruikt.
Men zegt dat je met dit wiel geen fouten meer kan maken. Dit neem ik natuurlijk met een korrel zout. Het wiel is net zoals het bekende werkwoordschema dat je moet volgen. Je moet je exact dezelfde vragen stellen als bij het schema: Is het een pv? Staat het werkwoord in het enkelvoud of het meervoud?, …
Natuurlijk kan het werkwoordenwiel een hulpmiddel zijn in de klas. Zo kan ik als leerkracht het werkwoordenwiel naast het schema gebruiken. Wanneer een leerling het werkwoordenschema niet in de vingers krijgt, kan het werkwoordenwiel ingezet worden als ‘ander’ hulpmiddel. Voor de leerling lijkt het nieuw, maar ik als leerkracht weet dat het wiel exact hetzelfde is als het werkwoordschema.
Het belangrijkste bij het correct spellen van werkwoorden is dat alle stappen uit het schema ook echt geautomatiseerd zijn. Op een toets kan je het werkwoordenwiel of het schema niet gebruiken. Het wiel is dus een goed hulpmiddel bij de inoefening, maar aan het einde van de rit moet de leerling de stappen natuurlijk uit het hoofd kennen.
Van Meer, A. Leerkracht uit Lokeren bedenkt “werkwoordenwiel” om nooit meer dt-fouten te maken. Geraadpleegd op 18/12/2020 via https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/12/10/leerkracht-uit-lokeren-bedenkt-werkwoordenwiel-om-nooit-meer-dt/
Nederlands in de klas 